We moeten goed weten wat er met je aan de hand is. Dan kunnen we je het beste helpen. Soms moeten we daarom een onderzoek doen. Bijvoorbeeld een blaasonderzoek. Een moeilijk woord hiervoor is 'mictiecystogram'.

Bij een blaasonderzoek maken we eigenlijk een foto van je blaas. Met die foto kan de dokter zien wat er in je blaas gebeurt.

Het is een vervelend onderzoek, want er moet een dun slangetje door het gaatje van je plasser.

Je bent niet alleen. Je vader of moeder blijft aldoor je. Of allebei, of iemand anders die je graag bij je wilt hebben. En je knuffel mag ook mee.

Het onderzoek duurt ongeveer een half uur. 

Het gaat zo:

Eerst ga je naar de kinderafdeling. Hier mag je op een bed gaan liggen en je doet je broek uit of je doet je rok of jurk omhoog. 

De dokter maakt eerst je plasser schoon met een klein doekje. Dat voelt een beetje koud.

Nu komt het vervelende: je krijgt een katheter in je plasser. Een katheter is een lang, dun slangetje.

Op het slangetje doet de dokter eerst een beetje gel. Dan voel je er minder van. Daarna duwt de dokter voorzichtig het slangetje in je plasser. Dat voelt wel een beetje vervelend.

De dokter duwt door totdat het einde van het slangetje in je blaas uitkomt. Dat duurt tien tot twintig tellen. Daarna voel je bijna niets meer van het slangetje.

1/10