Quiz over het ziekenhuis
Boeren, burgers en buitenlui, welkom maar weer bij de nieuwste zinderende zakken-of-zinken-ziekenhuisquiz!
Weet jij alles van het ziekenhuis? Test dan nu je kennis en deel je score met je vrienden!
1. Wat betekent E.H.B.O?
a. Even helpen bij oversteken
b. Eerste hulp bij ongelukken
c. Elk hoofd behoeft oorwarmers
d. Eerste hond bij ongelukken
2. Wat betekent OK? (Nee, niet oké, maar OoKaa.)
a. Ontwakingskamer
b. Oogheelkundekamer
c. Operatiekamer
d. Ouderkamer
3. Waarvoor is een traumahelikopter?
a. Om op vakantie te gaan
b. Voor als een ambulance niet snel bij een ongeluk kan komen
c. Om van het uitzicht te genieten
d. Om van bovenaf te kijken hoe erg een ongeluk is
4. Waarom mag een verpleegkundige geen ring dragen?
a. Verpleegkundigen mogen niet trouwen
b. De directeur houdt niet van ronde dingen
c. Er kunnen bacteriën onder de ring blijven zitten
d. Scherpe ringen kunnen een patiënt verwonden
5. Een operatie kan erg lang duren. Hoe moet de chirurg eten tussendoor?
a. Ze moet haar handschoenen uitdoen
b. Een verpleegkundige moet haar voeren
c. Ach, als ze maar niet in de wond kruimelt
d. Een chirurg mag niet eten als hij of zij opereert
6. Wat gebeurt er op een polikliniek?
a. Daar kijken ze wat er mis met je is
b. Daar word je geopereerd
c. Daar krijg je medicijnen
d. Daar wordt het eten klaargemaakt
7. Wie helpt jou alles te regelen rond je gezondheid?
a. Je huisarts
b. De KNO-arts
c. De traumahelikopterpiloot
d. De neuroloog
8. Je hebt misschien een bot gebroken, waar moet je heen?
a. Het laboratorium
b. De directie
c. De röntgenafdeling
d. Fysiotherapie
9. Hoeveel jaar moet je studeren om chirurg te worden?
a. 8 jaar
b. 10 jaar
c. 12 jaar
d. 14 jaar
10. Je hebt hartproblemen, naar welke arts ga je?
a. Uroloog
b. Longarts
c. Cardioloog
d. Gynaecoloog
11. Wat is een ander woord voor anesthesioloog?
a. Huisarts
b. Narcosedokter
c. Kinderarts
d. Longarts
1 b
2 c
3 b
4 c
5 d
6 a
7 a
8 c
9 c
10 c
11 b