We moeten goed weten wat er met je aan de hand is. Dan kunnen we je het beste helpen. Soms moeten we daarom een onderzoek doen. Bijvoorbeeld een bloedonderzoek.

Om je bloed te kunnen bekijken, hebben we een beetje bloed van je nodig. 

Je knuffel mag mee. En je vader mag ook mee, of je moeder, of iemand anders die jij er graag bij wilt hebben. Hij of zij blijft de hele tijd bij je.

De bloedafname duurt ongeveer tien minuten.

Het gaat zo:

We vragen eerst hoe je heet en wanneer je geboren bent. Dan weten we zeker dat jij het bent.

1/9