We moeten goed weten wat er met je aan de hand is. Dan kunnen we je het beste helpen. Soms moeten we daarom een onderzoek doen. Bijvoorbeeld een bloedonderzoek.

Om je bloed te kunnen bekijken, hebben we een beetje bloed van je nodig. 

Je knuffel mag mee. En je vader mag ook mee, of je moeder, of iemand anders die jij er graag bij wilt hebben. Hij of zij blijft de hele tijd bij je.

De bloedafname duurt ongeveer tien minuten.

Het gaat zo:

We vragen eerst hoe je heet en wanneer je geboren bent. Dan weten we zeker dat jij het bent.

1/9

Je krijgt een strakke band om je arm. Dan worden je aders dikker en kunnen we ze beter zien.

De dokter kan dan makkelijker een beetje bloed uit je ader halen. Dat vangen we op in een buisje.

2/9

Eerst maken we je arm goed schoon, met wat alcohol. Dit voelt een beetje nat en koud. 

3/9

Soms spuiten we ook nog een beetje bananenspray op je arm. Als je vanaf de kinderafdeling komt, doen we dit meestal wel. Als je naar het ziekenhuis komt voor alleen bloedafname, doen we dit meestal niet.

De bananenspray verdooft je huid. Dan voel je wat minder van het prikje.

Het ruikt... naar bananen. Anders hadden we het wel perenspray genoemd. Of spruitjesspray.

De spray moet 1 minuutje intrekken.

4/9

Dan komt het prikje. Dit kan een beetje vervelend voelen.

5/9

Hier zie je dat het bloed al in het buisje gaat. Soms heeft de dokter wat meer buisjes nodig om je bloed goed te kunnen onderzoeken.

6/9

Als het laatste buisje vol is, ben je klaar. 

Wel komt er eerst nog een watje op het plekje.

7/9

Je krijgt nog een pleister, en dan is het klaar.

Dat heb je knap gedaan! 

8/9

Wacht! Je krijgt meestal nog een klein cadeautje.

Veel plezier ermee!

9/9