CT-scan
We moeten goed weten wat er met je aan de hand is. Dan kunnen we je het beste helpen. Soms moeten we daarom een onderzoek doen. Bijvoorbeeld een CT-scan.
Een CT-scan is eigenlijk een foto van iets in je lichaam. In je buik bijvoorbeeld, of in je hoofd. We gebruiken daarvoor een röntgen-apparaat. Dat is een camera die in je lichaam kan kijken.
Het maken van de foto's doet geen pijn. Maar soms moet er eerst een speciale vloeistof in je lichaam. Dan krijg je een infuusje in je arm. Dat kan even vervelend voelen.
Die speciale vloeistof is bijna altijd nodig als er foto’s van je buik of longen gemaakt moeten worden. Bij foto’s van je hoofd is dat meestal niet zo.
Het maken van de foto's duurt ongeveer 5 tot 10 minuten.
Het gaat zo:
Als je die speciale vloeistof krijgt, mag je 3 uur voor het onderzoek niets eten of drinken. Behalve water.
Een uur voor het onderzoek mag je ook geen water meer. Behalve als je medicijnen moet slikken met water.
Ben je jonger dan 12 jaar? Dan krijg je eerst een infuusje op de kinderafdeling. Dit infuusje is straks nodig voor die speciale vloeistof. Ben je ouder dan 12 jaar? Dan krijg je het infuusje op de afdeling waar het röntgen-apparaat staat.
Je krijgt het infuusje in je arm of op je hand. Dat kan een beetje vervelend voelen. Je kunt eerst een speciale pleister of zalf krijgen, dan voel je er minder van.
De dokter plakt het infuusje zo goed mogelijk vast met een pleister of verbandje.
Hier maken we de foto's. De camera is die grote cirkel.
Jij ligt straks op die tafel. Het is een zachte tafel. De tafel schuiven we dan in het gat van de cirkel.
Je knuffel mag mee.
Het apparaat kan niet tegen metaal. Dan mislukken de foto's. Dus dat mag er niet in.
Bijvoorbeeld: als je hoofd op de foto moet, dan mag je geen oorbel in. En als je buik op de foto moet, dan moet je broek (met rits) uit.
Maar als je hoofd op de foto moet, mag je broek aanblijven. En voor een foto van je buik mag je een oorbel inhouden.
Denk je ook aan knuffel? Als daar metalen dingen aan zitten, mag de knuffel niet in de camera.
Je moet heel stil liggen. Anders mislukken de foto's.
Als je hoofd op de foto moet, mag die dus niet bewegen. Dat is heel moeilijk. Daarom hebben we een steuntje. Daar past je hoofd precies tussen. Lekker makkelijk.
Soms moet er dus een speciale vloeistof in je lichaam. Dan kan de dokter het nog beter zien.
Aan het infuusje in je arm doen we een slangetje. Daardoor komt de vloeistof in je lichaam. Soms voelt dat of je in je broek plast. Maar dat doe je niet hoor!
Lig je goed? Dan gaan we de foto's maken. Wij gaan naar een kamer ernaast. We kunnen je door het raam zien.
Je vader of moeder wacht even op de gang. Hij of zij komt weer terug als de foto's gemaakt zijn. Gelukkig duurt dit niet lang.
In het röntgen-apparaat zit ook een soort microfoon.
We kunnen dus met elkaar praten. Wij kunnen bijvoorbeeld zeggen dat je je adem moet inhouden.
We kúnnen je ook een goede mop vertellen, maar dat doen we niet, want je moet stil liggen.
Maar als jij je niet lekker voelt, mag je dat zeker zeggen.
Die tafel kunnen we heen en weer schuiven. We zetten hem precies op de goede plek in de camera. Waar we de foto van willen maken.
Stil liggen, he? Tot we zeggen dat het klaar is.
De foto's zijn gelukt! Je vader of moeder komt weer bij je.
En je infuusje halen we er weer uit.
Het onderzoek is nu klaar. Knap gedaan hoor!
De dokter gaat straks de foto's bekijken. Een andere keer vertelt de dokter wat er op de foto's te zien is.
Heb je een infuusje gehad met die speciale vloeistof? Dan moet je 2 dagen lang 1 tot 1,5 liter water per dag drinken. Zo plas je die vloeistof er snel weer uit.