Acute verwardheid
Uw partner, familielid is in ons ziekenhuis opgenomen. Zoals u waarschijnlijk heeft gemerkt, reageert hij/zij1 niet zoals u gewend bent. Het is vaak moeilijk om met iemand om te gaan die in de war is. Misschien helpt het als u weet waardoor deze acute verwardheid ontstaat en wat u kunt doen als u op bezoek komt.
- Neem bekende spulletjes van thuis mee zoals foto’s, klokje, boek, want bekende spullen worden herkend. Een vertrouwde foto waarop belangrijke personen of familieleden staan afgebeeld, geeft veiligheid en steun;
- Plaats een klok en/of kalender binnen het gezichtsveld van uw partner of familielid zodat hij zich kan oriënteren op het tijdstip van de dag;
- Als u binnenkomt, zeg dan wie u bent, waarom u komt, waarom u blijft en herhaal dit zo nodig;
- Vertel aan uw partner of familielid dat hij een helder moment heeft, dat hij in het ziekenhuis is en lichamelijk ziek is, waardoor hij angstig en in de war is. Leg uit dat dit tijdelijk is en overgaat;
- Houd uw zinnen kort en praat rustig. Stel eenvoudige vragen, die met ja of nee te beantwoorden zijn, zoals “Heb je lekker gegeten?”;
- Vraag in één zin niet naar verschillende dingen tegelijk. Uw partner of familielid kan u dan niet volgen en kan hierdoor onrustig worden;
- Beperk het bezoek tot 1 of 2 personen per keer. Te lang bezoek maakt moe. Misschien kan bezoek wat vaker komen. Bekende gezichten geven rust.
- Naast uw partner of familielid zitten en zijn hand vasthouden kan al veel steun geven;
- In overleg met de verpleegkundige is ook bezoek buiten de reguliere bezoektijden mogelijk;
- Ga aan één kant van het bed zitten, zodat uw partner of familielid zich op één punt kan richten;
- Let op dat bril, hoorapparaat en horloge ook gebruikt worden;
- Het is beter niet mee te gaan in de verhalen of de dingen die uw partner of familielid ziet of hoort, maar die er niet zijn. Spreek niet tegen, maar zeg bijvoorbeeld “Ik begrijp dat u … ziet of hoort maar ik zie of hoor het niet.” Soms helpt afleiden met verhalen over bestaande personen of echte gebeurtenissen;
- Neem de krant of wat tijdschriften mee om uw partner of familielid bij het hier en nu te betrekken;
- Neem kleding, goede schoenen en een eventueel loophulpmiddel mee, voorzien van naam. Het is voor uw partner of familielid goed om als het enigszins mogelijk is overdag zoveel mogelijk op te zijn en te bewegen;
- Zorg dat uw partner of familielid voldoende eet en drinkt. Dit bevordert het herstel van het delier. Overleg met de verpleging of u eventueel etenswaren/drinken mee kan brengen die uw partner of familielid lekker vindt;
- Houd in een agenda of dagboek bij wie er op bezoek is geweest, wie de was mee heeft genomen of wanneer er een onderzoek is. Zo houdt u voor uw partner of familielid overzicht. De verpleegkundige die uw partner of familielid verzorgt, kan hierover dan ook met uw partner of familielid praten tijdens de momenten van verpleging en verzorging;
- Zeg wanneer u weggaat, wanneer u terugkomt of wie er na u op bezoek komt;
- Mocht u vragen hebben stelt u deze gerust aan de verpleegkundige die uw familielid verzorgt.
Ieder mens is anders en heeft een eigen benaderingswijze nodig. Belangrijk is dat we samenwerken om het verblijf voor uw familielid zo prettig mogelijk te maken.
- Wanneer uw partner, familielid een delier heeft gehad, is er een grotere kans op een nieuw delier, bijvoorbeeld bij ziekte, een ziekenhuisopname of een operatie.
- Bij iedere opname in het ziekenhuis is het daarom belangrijk om te zeggen, dat uw partner, familielid eerder een delier heeft gehad. De arts en het verpleegkundig team kunnen dan maatregelen nemen om een delier te voorkomen. Helaas is het niet altijd te voorkomen dat er een delier ontstaat. Maar mogelijk kunnen we er wel voor zorgen, dat het delier minder ernstig wordt.
- Het optreden van een delier kan ook een eerste teken van een lichamelijke ontregeling of een ziekte zijn. Meld daarom het ontstaan van een delier bij de huisarts van uw partner, familielid.