Arthroscopie
Informatie over de ingreep
In overleg met de orthopedisch chirurg is besloten een arthroscopie (‘kijkoperatie’) bij u uit te voeren. Hieronder leest u informatie over deze ingreep. De operatie vindt in dagbehandeling plaats.
Om u beter van dienst te kunnen zijn, maakt onze website gebruik van cookies. Klik op 'Voorkeuren instellen' om uw voorkeuren voor het gebruik van cookies aan te geven.
Lees meer over cookies in ons cookiebeleid
Cookievoorkeuren instellen
Onze website maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein bestandje dat met pagina’s van deze website wordt meegestuurd en door uw browser op de harde schijf van uw computer wordt opgeslagen. De cookies op onze website zijn bedoeld om u via ommelanderziekenhuis.nl zo goed mogelijk te bedienen.
Als u geen cookies voor video’s accepteert, kunt u geen video’s op deze website bekijken. Als u geen cookies voor Google Maps accepteert, kunt u geen Google Maps kaarten gebruiken.
Informatie over de ingreep
In overleg met de orthopedisch chirurg is besloten een arthroscopie (‘kijkoperatie’) bij u uit te voeren. Hieronder leest u informatie over deze ingreep. De operatie vindt in dagbehandeling plaats.
Via een arthroscopie kan de orthopedisch chirurg precies vaststellen wat de oorzaak van uw klacht is.
Het is een onderzoek waarbij de knie van binnen nauwkeurig geïnspecteerd wordt. Vaak kunnen tegelijkertijd kleine afwijkingen in de knie verholpen worden, bijvoorbeeld een beschadiging van een meniscus. Ook worden de kwaliteit van het kraakbeen en de kruisbanden tijdens een arthroscopie beoordeeld.
Om de ingreep te kunnen uitvoeren worden twee of drie kleine gaatjes in de knie gemaakt. Hierdoor worden de instrumenten ingebracht waarmee de knie volledig wordt geïnspecteerd.
Tijdens de arthroscopie wordt de knie goed bekeken en schoongespoeld.
Na de operatie worden de gaatjes zorgvuldig afgeplakt of gehecht en wordt de knie met een drukverband verbonden.
De hele ingreep duurt ongeveer 20 minuten.
Na de arthroscopie wordt u teruggebracht naar de afdeling Dagbehandeling.
U gaat dezelfde dag weer naar huis, in uitzonderingsgevallen moet u een nachtje overblijven.
In de loop van de dag komt de orthopedisch chirurg bij u om de uitslag met u te bespreken. Als u hierop niet wilt wachten dan mag u eerder naar huis. U krijgt de uitslag dan na twee weken tijdens de poliklinische controle te horen. Voor deze controle krijgt u bij ontslag de afspraken op papier mee.
Het drukverband dient u tot 24 uur na de ingreep te laten zitten, daarna mag u het zelf verwijderen.
U ontvangt bij ontslag uit het ziekenhuis een afspraak met de datum en tijd waarop u voor controle wordt verwacht.
Ook ontvangt u bij uw vertrek de folder ‘Arthroscopie, richtlijnen na ontslag’. Hierin kunt u lezen hoe u de eerstvolgende dagen na de ingreep met de knie moet omgaan en hoeveel u deze mag belasten. Tevens bevat deze folder enkele oefeningen.
Het kan zijn dat de knie direct na de ingreep en enkele dagen daarna dik en pijnlijk is. Dat is normaal. Tegen de pijn kunt u gebruik maken van paracetamol (maximaal 4 x daags 1 à 2 tabletten). Eventueel mag u een andere pijnstiller erbij gebruiken maar doe dit altijd na overleg met de behandelend specialist. Probeert u dit echter snel af te bouwen op geleide van de pijnklachten. Ook het regelmatig koelen van de knie (met coldpacks of ijspakking) kan pijn en zwelling verminderen.
Complicaties treden zelden op. In een enkel geval kan een nabloeding of trombosebeen ontstaan. In de folder die u bij uw ontslag ontvangt, staat hoe u deze kunt herkennen en hoe u hierbij dient te handelen.
Wij hopen u hiermee voldoende informatie te hebben gegeven.
Mocht u naar aanleiding van deze folder nog vragen of opmerkingen hebben ten aanzien van de gang van zaken rond uw opname, dan kunt u op werkdagen altijd contact opnemen met het Klant Contact Centrum van het ziekenhuis, telefoonnummer 088 – 066 1000.
Na de ingreep zult u enige tijd met krukken lopen. Door tijdens het lopen goed op de krukken te steunen wordt de knie minder belast en doet het minder pijn. Hoe u dit moet doen leest u in het hierna volgende.
Wij raden u aan het lopen met krukken vooraf te oefenen.
Elke operatie en behandeling is anders. Daarom zal de periode voor het lopen met krukken voor iedereen anders zijn. De arts zal u vertellen hoeveel u uw been mag belasten na de operatie of behandeling. Nadat u uit het ziekenhuis bent ontslagen, kunt u bij het eerstvolgende polikliniekbezoek overleggen of de belasting veranderd mag worden.
Bij het opstaan gaat u iets naar voren zitten in de stoel.
Zet het geopereerde been iets naar voren. Het andere been is gebogen.
Zet beide krukken iets naar voren en zet u met beide handen af op de stoelleuning, terwijl de krukken om uw armen hangen of de handvaten in de hand worden gehouden.
Als u staat kunt u de krukken goed vastpakken en gaan lopen.
Ga zo dicht mogelijk bij de stoel staan, zodat de knieholte van het niet-geopereerde been de zitting van de stoel raakt, andere been iets naar voren.
Zet de krukken aan de kant of laat de krukken om uw armen hangen.
Ga met beide handen naar de stoelleuningen, laat het geopereerde been hierbij over de grond naar voren glijden. Ga rustig in de stoel zitten.
Als u het been 50% mag belasten, betekent dit dat u met de helft van het lichaamsgewicht op het geopereerde been mag staan. Dit kunt u testen door met uw been op een weegschaal te gaan staan totdat de weegschaal de helft van uw lichaamsgewicht aangeeft.
Als u het been volledig mag belasten, heeft u eigenlijk geen krukken nodig. Maar soms is dat wel fijn omdat u nog pijn hebt aan het been.
Bij het traplopen, loopt u aan de kant waar een stevige trapleuning zit en waar de treden het breedst zijn. Zorg ervoor dat u de kruk steeds in het midden van de trede zet.
Bij onbelast lopen mag u niet op uw geopereerde been gaan staan. Meestal heeft u dan ook geen schoen aan de voet van het geopereerde been.
Bij traplopen loopt u aan de kant waar een stevige trapleuning zit. Zorg ervoor dat u de kruk steeds in het midden van de trede zet.