Botox-behandeling
bij blaasproblemen
Uw behandelend arts heeft bij u de diagnose ‘overactieve blaas’ gesteld. Een ‘overactieve blaas’ betekent dat u vaak moet plassen en dat er meestal een hevige aandrang tot plassen aan vooraf gaat. Ook kan het zijn dat u af en toe de urine niet kunt ophouden. Hiervoor heeft u al verschillende behandelingen gehad met bijvoorbeeld medicijnen, bekkenbodemtherapie of elektrotherapie. Als geen van deze behandelingen voldoende helpt, kan de toediening van botulinetoxine A uitkomst bieden.
Botulinetoxine (ook wel aangeduid met Botox) is een medicinale stof (‘gif’) die de signaaloverdracht van zenuwvezels naar spieren onderbreekt. Dit zenuwgif wordt geproduceerd door een bacterie: clostridium botulinum genaamd.
De werking van botulinetoxine A is te vergelijken met het doorknippen van de telefoonlijn bij u thuis: als de lijn wordt doorgeknipt dan kunt u geen telefoongesprek meer voeren. In het geval van botulinetoxine A: als er botulinetoxine A in een spier wordt gespoten, dan kan die spier geen signaal meer ontvangen en wordt daardoor verlamd.
In de urologie gebruikt men botulinetoxine A voor de behandeling van een overactieve blaasspier.
Bij ongeveer 80% van de patiënten verdwijnen na injectie van deze stof in de blaasspier de klachten van een overactieve blaas.
Een behandeling met botox-injecties in de blaas is meestal een poliklinische ingreep. Mocht er een indicatie voor zijn dan kan de behandeling ook plaatsvinden tijdens een opname op de afdeling dagbehandeling. Op de verpleegafdeling maakt men u dan gereed voor de ingreep.
Voor het juiste effect wordt botulinetoxine A direct in de blaasspier gespoten (geïnjecteerd) en wel op 20 plaatsen. Hiervoor gebruikt de uroloog een lange injectienaald, waarmee door een blaaskijker (= cystoscoop) op de juiste plaatsen wordt geprikt.
Op elk van die 20 plaatsen wordt een zeer kleine hoeveelheid botulinetoxine A geïnjecteerd.
Omdat de injecties pijnlijk kunnen zijn, vindt de ingreep plaats onder (lokale) verdoving. Dat gebeurt middels éénmalige katheterisatie die voorafgaand aan de ingreep op de polikliniek wordt ingebracht. Door deze katheter wordt de (lokale) verdoving ingebracht. Meestal krijgt u 2 afspraken, één voor de verdoving en één voor de botox-injecties.
De behandeling geeft geen nare bijeffecten. Soms kan na injectie de urine iets bloederig zijn.
Het effect van de behandeling is na enkele dagen tot 3 weken merkbaar.
De behandeling is effectief bij ongeveer 80% van de patiënten.
Botulinetoxine werkt 6 tot 12 maanden. Als het is uitgewerkt kan de behandeling herhaald worden.
Bij sommige patiënten werkt de botulinetoxine zo goed dat zij enige tijd niet goed kunnen plassen en daarom zichzelf enkele malen per dag moeten katheteriseren. Patiënten die twijfelen of ze dit zelf katheteriseren aankunnen of aandurven, krijgen de mogelijkheid dit te leren vóór de ingreep wordt toegepast.
De bijwerkingen nog eens op een rij:
- griepachtig syndroom
- blaasontsteking
- bloedplassen
- spierzwakte rond heupspieren
- urineretentie (= niet goed leegplassen)
Wij hopen u hiermee voldoende informatie te hebben gegeven over de behandeling met botulinetoxine. Mocht u nog vragen hebben, belt u dan gerust naar het ziekenhuis, telefoonnummer 088 - 066 1000.