De behandeling van een bloedneus

Een neusbloeding ontstaat uit een klein bloedvaatje in het neusslijmvlies. Een neusbloeding is bijna altijd onschuldig. Het heeft nooit te maken met een hersenbloeding.
Bij kinderen en jongvolwassenen bloedt meestal een bloedvaatje vóór op het neustussenschot. Bij ouderen gaat het meestal om een bloedvaatje achter/boven in de neus. Daardoor kan er ook bloed in de mond lopen.

3 soorten
Er zijn 3 soorten neusbloedingen:

• Af en toe een kleine neusbloeding De huisarts geeft adviezen en past eventueel uw medicijnen aan. Soms schrijft hij medicijnen voor tegen de neusbloedingen.
• Regelmatig kleine neusbloedingen De huisarts verwijst u door naar de KNO-arts als de adviezen en het aanpassen van de medicijnen niet helpt.
• Een heftige neusbloeding, die niet stopt De huisarts brengt meestal een neustampon in om de bloeding te stoppen. Als de neusbloeding niet stopt, verwijst de huisarts u door naar de KNO-arts. Hij kan u ook naar de afdeling Spoedeisende Hulp verwijzen.

De oorzaken
De oorzaken van een bloedneus kunnen zijn:

• beschadiging van het neusslijmvlies, bijvoorbeeld door peuteren, ongeval, verkoudheid of bepaalde neussprays;
• hoge bloeddruk;
• gestoorde bloedstolling (dit kan ook door medicijnen ontstaan).

In veel gevallen is de oorzaak onbekend. U kunt zelf ook het nodige doen om een bloeding te stelpen (zie verder onder ‘Wat kunt u zelf doen bij een neusbloeding?’).

De KNO-arts behandelt uw bloedneus. Soms behandelt een medewerker van de polikliniek KNO of de afdeling Spoedeisende Hulp u.

De neus is van binnen gevoelig en soms nauw. De behandelaar zuigt het slijmvlies van uw neus eerst schoon. Dit doet hij om goed te kunnen zien waar de bloeding zit. Daarna verdooft hij het slijmvlies. De verdoving gebeurt meestal met gaasstroken die vochtig zijn gemaakt in een verdovende vloeistof (Lidocaïne) en Otrivin neusdruppels. Het inbrengen van de gaasstroken doet geen pijn. Het kan wel een vreemd gevoel geven. Ook geeft de verdovende vloeistof een vieze smaak. Na ongeveer 30 minuten werkt de verdoving. Die tijd brengt u wachtend door. Na het toedienen van de verdoving mag u 1 uur niet eten of drinken. U kunt zich namelijk verslikken.

Niet vergeten door te geven
U moet het doorgeven aan de arts of verpleegkundige als u:

• bloedverdunnende medicijnen gebruikt;
• pijnstillende medicijnen gebruikt;
• een pacemaker heeft.
  

Er zijn 3 soorten behandelingen: 

• Dichtetsen: met zilvernitraat etst de behandelaar een oppervlakkig gelegen bloedvaatje vóór op het neustussenschot dicht.
• Dichtbranden: de behandelaar brandt een bloedend bloedvaatje dicht (dit noem je ook wel coaguleren). Dit gebeurt nadat de neus verdoofd is.
• Tamponneren: dit gebeurt bij een bloeding die hoog in de neus zit. Of waarvan de plaats niet precies is vast te stellen. Dichtbranden is dan niet mogelijk. In dit geval brengt de behandelaar een neustampon in. De neustampon zuigt zich vol bloed en slijm. Hierdoor wordt het bloedende bloedvaatje dichtgedrukt. Als het nodig is, zijn er ook tampons die de bloedstolling bevorderen.
  

• Als u veel bloed heeft verloren, controleert de KNO-arts uw bloed. Afhankelijk van de uitslag schrijft hij medicijnen voor. 
• Als u veel bloed heeft ingeslikt, kunt u misselijk zijn. Het kan zijn dat u dit bloed uitbraakt. De kleur van dit uitgebraakte bloed is dan donkerrood.
• Uw ontlasting kan een aantal dagen zwart zijn door ingeslikt bloed.
  

De KNO-arts bespreekt de alternatieven met u.

• De neustampon moet enkele dagen blijven zitten. De KNO-arts verwijdert de tampon op de polikliniek KNO. U mag daarna niet zelf naar huis rijden.
• Het is normaal dat er langs de neustampon nog wat bloed of slijm lekt. U krijgt hiervoor een verbandje (snorverband) onder de neus.
• Bij een hevige bloeding kan de KNO-arts besluiten u op te nemen in het ziekenhuis.
  

Om te voorkomen dat de neus weer gaat bloeden, volgen hier een aantal adviezen. Volg deze adviezen de eerste 3 dagen na het dichtbranden van de neus. Heeft u tampons, dan gelden deze regels tot 3 dagen na het verwijderen hiervan.

• Vermijd de eerste 3 dagen inspannende activiteiten zoals bukken of tillen.
• U mag zachte voeding, maar gebruik geen heet of sterk gekruid voedsel. Drink ook geen hete dranken.
• Drink geen alcohol. Dit werkt bloedverdunnend.
• Neem geen warm bad. U mag wel douchen.
• Slaap in een koele kamer met extra hoofdkussens.
• Gebruik geen aspirine of medicijnen waar acetylsalicylzuur (zie bijsluiter) in voorkomt. Acetylsalicylzuur remt namelijk de bloedstolling, waardoor wonden langer kunnen nabloeden.
• Peuter niet in uw neus.

Extra adviezen bij een neustampon 

• Als u een neustampon heeft, kunt u niet door de neus ademen. Voor de hoofdpijn mag u paracetamol slikken.
• U krijgt met een neustampon een droge mond. Drink daarom regelmatig koude dranken.
• Het is normaal dat langs de tampon nog wat bloed lekt.
  

• Bloedverdunners: bloedverdunnende medicatie kan in overleg met de arts (en zonodig de trombosedienst) tijdelijk worden aangepast of eventueel gestaakt.
• Medicijnen bij hoge bloeddruk: als een hoge bloeddruk is geconstateerd, laat dan uw bloeddruk de volgende dag controleren bij uw huisarts. Volg de adviezen van uw huisarts op.
  

• er weer bloed in uw keel gaat lopen
• langs de tampon bloed gaat stromen.

U bereikt ons ziekenhuis via telefoonnummer 088 – 066 1000. Als u vraagt naar de polikliniek KNO, verbindt ons Klant Contact Centrum u door. Dit doen zij op maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 16.30 uur. Buiten deze tijden verbinden zij u door met onze afdeling Spoedeisende Hulp.

Meestal is een neusbloeding niet erg en gaat vanzelf over.
Let daarbij op de volgende regels:

• ga rechtop zitten met het hoofd naar voren gebogen. Adem rustig door uw mond.
• snuit beide neusgaten, na elkaar, 1 keer goed uit.
• knijp daarna de neus 10 minuten goed dicht (let op de tijd).
• plaats duim en wijsvinger aan weerszijden van de neus. Doe dit vlak onder de plaats waar het bovenste harde stuk overgaat in het zachte gedeelte van de neus.
• is de bloeding niet gestopt? Herhaal bovenstaande dan. Dus weer uitsnuiten en 10 minuten dichtknijpen.

Door deze maatregelen ontstaat een bloedstolsel waardoor de bloeding stopt.
Wanneer mogelijk: zorg dat iemand u komt helpen.

Wat u vooral niet moet doen

• Ga niet liggen, het bloed loopt dan in de keel. Ook is de bloeddruk in het hoofd het laagst als u zit.
• Raak niet in paniek, maar blijf rustig en kalm.
• Vermijd inspanning en opwinding. Hierdoor stijgt uw bloeddruk.

Wanneer naar de huisarts?
Stopt het bloeden niet, nadat u 2 keer 10 minuten de neus heeft dichtgeknepen? Neem dan contact op met uw huisarts.

Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd bent over uw behandeling. Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Aarzel dan niet om deze aan de KNO-arts te stellen.

U bereikt ons ziekenhuis via telefoonnummer 088 – 066 1000. Als u vraagt naar de polikliniek KNO, verbindt ons Klant Contact Centrum u door. Dit doen zij op maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 16.30 uur. Buiten deze tijden verbinden zij u door met onze afdeling Spoedeisende Hulp.