Uw huidafwijking is beoordeeld door de huisarts en/of de dermatoloog. U kunt een aandoening hebben waarvan de zorgverzekeraar de behandeling niet vergoedt. Dit geldt bijvoorbeeld voor goedaardige zwellingen en een aantal behandelingen voor spataderen en uitgezette vaatjes. Voor goedaardige zwellingen zijn verschillende behandelingen mogelijk, afhankelijk van de aard van de zwelling.

Let op: als u zich toch graag wilt laten behandelen, moet u de behandeling zelf betalen. De beoordeling door de arts en eventueel aanvullend onderzoek valt wel onder de verzekerde zorg. Als uw eigen risico nog niet gebruikt is, gaat deze beoordeling ten koste van het eigen risico.

We onderscheiden 5 verschillende behandelingen: 

  • Opereren (excisie) 
  • Afschaven (shave) 
  • Afkrabben (curettage) 
  • Bevriezen (cryotherapie) 
  • Wegbranden (coagulatie)

Bij alle behandelingen is het doel het verwijderen van de oneffenheid. Alleen bij bevriezen kan het daarnaast ook gaan om het verwijderen van een oppervlakkige bruine verkleuring van de huid.

Procedure
De dermatoloog tekent het te verwijderen gebied van de huid af met een speciale pen of stift. Dan verdooft de arts deze plek met injecties met een lokale verdovingsvloeistof. Deze vloeistof kan branderig aanvoelen. Als de plek goed verdoofd is, snijdt de arts de huid in over de getekende lijnen. Vervolgens maakt hij de huid los van het onderliggende vetweefsel. Als er bloedende vaatjes zijn, kunnen deze dicht gebrand worden. Tenslotte brengt de arts hechtingen aan in de huid. Hierdoor ontstaat altijd een litteken.

Nazorg
Na de operatie brengt de arts hechtpleisters over de wond aan. Hier overheen komt een pleister of drukverband. De wond moet gedurende tenminste 2 tot 3 dagen goed droog blijven. Daarna mag de pleister eraf. De hechtpleisters moeten zo lang mogelijk blijven zitten. Soms laten deze vanzelf los. Dat is geen probleem. Het is belangrijk om spanning op de wond te zoveel mogelijk te voorkomen. De hechtingen kunnen er na 7 tot 14 dagen uit. Meestal kan dit bij de huisarts.

Risico’s
De belangrijkste risico’s van de behandeling zijn: 

  • de wond kan gaan bloeden of ontsteken; 
  • in sommige gevallen wordt het litteken na verloop van tijd breder. Dit komt vooral voor bij littekens op plaatsen waar veel spanning op de huid staat of waar de huid veel beweegt (bijvoorbeeld de rug, borst, benen); 
  • heel soms ontstaat zenuwschade. Daardoor kan een deel van de huid rond de wond anders aanvoelen, of kunnen spieren minder goed aangestuurd worden; 
  • een vers litteken kan door de zon een bruine verkleuring krijgen (houd een vers litteken daarom goed uit de zon).

Procedure
De dermatoloog verdooft de te behandelen plek met injecties met een lokale verdovingsvloeistof. Daarna schaaft de arts de plek af met een mesje of een elektrische lis. Hierdoor ontstaat een oppervlakkig schaafwondje. Dit geneest meestal vanzelf.

Nazorg
Meestal is geen nazorg nodig. U kunt de behandelde plek eventueel insmeren met een antibiotische zalf of pure vaseline. Het is belangrijk om de behandelde plek gedurende tenminste 6 weken goed te beschermen tegen zonlicht met zonnebrandcrème factor 50.

Risico’s
De risico’s van deze ingreep zijn beperkt: 

  • soms blijft de huid bloeden. Dit kunt u stelpen door druk toe te passen; 
  • het wondje kan gaan ontsteken; 
  • als de plek binnen 6 weken blootgesteld wordt aan de zon, kan een bruine verkleuring optreden; 
  • er kan na genezing ook een bleke plek of deukje in de huid achterblijven. Als er een bleke plek of deukje ontstaat, verdwijnt dit meestal niet meer; 
  • soms komt de plek na behandeling toch weer terug.

Procedure
De dermatoloog krabt de plek van de huid af met een curette (scherpe lepel). Hiervoor is meestal geen verdoving nodig. Na de behandeling is een schaafwond aanwezig, die vanzelf geneest.

Nazorg
Meestal is geen nazorg nodig. U kunt de behandelde plek eventueel insmeren met een antibiotische zalf of pure vaseline. Het is belangrijk om de behandelde plek gedurende tenminste 6 weken goed te beschermen tegen zonlicht met zonnebrandcrème factor 50.

Risico’s
De risico’s van deze ingreep zijn beperkt: 

  • soms blijft de huid bloeden. Dit kunt u stelpen door druk toe te passen; 
  • het wondje kan gaan ontsteken; 
  • als de plek binnen 6 weken blootgesteld wordt aan de zon, kan een bruine verkleuring optreden; 
  • er kan na genezing ook een bleke plek of deukje in de huid achterblijven. Als er een bleke plek of deukje ontstaat, verdwijnt dit meestal niet meer; 
  • soms komt de plek na behandeling toch weer terug.

Procedure
De dermatoloog spuit vloeibare stikstof uit een spuitbus op de te behandelen plek. Hierdoor bevriest de huid. Het is vaak nodig deze behandeling 2x achter elkaar uit te voeren. De cellen van de te behandelen plek gaan dood en er ontstaat een korst. Soms ontstaat er een blaar. Deze geneest vanzelf.

Nazorg
Meestal is geen nazorg nodig. U kunt de behandelde plek eventueel insmeren met een antibiotische zalf of pure vaseline. Het is belangrijk om de behandelde plek gedurende tenminste 6 weken goed te beschermen tegen zonlicht met zonnebrandcrème factor 50.

Risico’s
De risico’s van deze ingreep zijn beperkt: 

  • de behandelde plek kan gaan ontsteken; 
  • als de plek binnen 6 weken blootgesteld wordt aan de zon, kan een bruine verkleuring optreden; 
  • er kan na genezing ook een bleke plek of deukje in de huid achterblijven. Als er een bleke plek of deukje ontstaat, verdwijnt dit meestal niet meer; 
  • soms komt de plek na behandeling toch weer terug.

Procedure
De dermatoloog verdooft de te behandelen plek met injecties met een lokale verdovingsvloeistof. Vervolgens stipt de arts de plek aan met een elektrisch bolletje of elektrische lis en brandt hem weg.

Nazorg
Meestal is geen nazorg nodig. U kunt de behandelde plek eventueel insmeren met een antibiotische zalf of pure vaseline. Het is belangrijk om de behandelde plek gedurende tenminste 6 weken goed te beschermen tegen zonlicht met zonnebrandcrème factor 50.

Risico’s
De risico’s van deze ingreep zijn beperkt: 

  • het wondje kan gaan ontsteken; 
  • als de plek binnen 6 weken blootgesteld wordt aan de zon, kan een bruine verkleuring optreden; 
  • er kan na genezing ook een bleke plek of deukje in de huid achterblijven. Als er een bleke plek of deukje ontstaat, verdwijnt dit meestal niet meer; 
  • soms komt de plek na behandeling toch weer terug.

De dermatoloog voert de behandeling uit. Soms behandelt een medewerker van de polikliniek Dermatologie u.

Omdat het goedaardige zwellingen betreft, is behandeling in het algemeen niet noodzakelijk. Het is daarom ook mogelijk om af te zien van behandeling. De dermatoloog bespreekt de alternatieven met u.

Er kan bij u sprake zijn van bijzondere omstandigheden die tijdens het eerste polikliniekbezoek misschien niet aan de orde zijn gekomen. Denk daarbij aan medicatiegebruik. Maar ook andere aandoeningen die u heeft die van belang zouden kunnen zijn voor de behandeling. Wij raden u aan deze voorafgaand aan de behandeling met uw arts te bespreken.

Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd bent over uw behandeling. Heeft u na het lezen van deze tekst nog vragen? Aarzel dan niet om deze aan de dermatoloog of aan de medewerkers van de polikliniek Dermatologie te stellen. U bereikt de polikliniek Dermatologie via telefoonnummer 088 - 066 1000.

Is met de informatie op deze pagina uw vraag beantwoord?
Wilt u ons helpen deze pagina te verbeteren?

Bedank voor het insturen van uw feedback