U heeft diabetes mellitus. U kunt zelf een belangrijke rol spelen bij het onder controle houden van uw bloedsuikerspiegel. Zelfcontrole is hierbij een hulpmiddel. Onder zelfcontrole verstaan we het zelf prikken van bloed uit uw vinger en het meten van uw bloedglucosewaarden. Dankzij zelfcontrole krijgt u meer inzicht in uw diabetesregulatie. Op grond van de uitkomsten kunnen we vervolgens uw behandeling aanpassen.

In het streven een zo normaal mogelijke bloedsuikerspiegel (bloedglucosewaarden) te bereiken, is zelfcontrole een belangrijk hulpmiddel. Dankzij zelfcontrole krijgt u meer inzicht in uw diabetesregulatie. U kunt zien wat het effect op uw glucosewaarden is van bijvoorbeeld medicatie, eten en drinken of lichaamsbeweging. Op grond van de uitkomsten van de controles die u bij uzelf doet, kunnen we uw behandeling vervolgens aanpassen.

Ook kunt u bij een te laag of te hoog glucosegehalte (hypo- of hyperglycaemie) actie ondernemen. Hierdoor wordt uw bloedglucosewaarde weer normaal. Zelfcontrole kan u ook houvast geven in bepaalde situaties, zoals autorijden en sport. 

Daarnaast is zelfcontrole een eerste stap op weg naar zelfregulatie. Dit is het zelf reguleren (‘regelen’) van uw bloedglucosegehalte door middel van een zelf aangepaste dosis insuline, eventueel met behulp van een glucosemeter met calculator.

U bekijkt eerst in overleg met de arts en diabetesverpleegkundige of het voor u zinvol is om zelf uw bloedglucosewaarden te controleren. Is dat het geval, dan gaat u met behulp van een glucosemeter het glucosegehalte in uw bloed meten.

Vaste momenten
Als u uw bloedglucosewaarde gaat controleren maakt u een zogenaamde 4- of 7-punts dagcurve. Dit betekent dat u op 1 dag 4 keer of 7 keer uw bloedglucosewaarde bepaalt. We gaan met u in overleg om te bepalen of u 4- of 7-puntscurves gaat bepalen en hoe vaak.

U doet dit dan op de volgende momenten:

  • 4- puntscurve
    voor iedere hoofdmaaltijd;
    ’s avonds om ongeveer 22.00 uur.
  • 7- puntscurve
    0 vóór iedere hoofdmaaltijd (ontbijt, middagmaaltijd en avondmaaltijd);
    0 60 minuten ná iedere maaltijd, maar let op: gebruikt u een kortwerkende insuline (Insuman Rapid, Humuline
       Regular) of een
    mengsel met kortwerkende insuline (Humuline mengsel), dan geldt 90 minuten na de
       maaltijd;
    0 ’s avonds om ongeveer 22.00 uur.

Hoe vaak?

U maakt de 4- of 7-puntscurve:

  • 1 keer per week als uw bloedglucosewaarden nog niet goed zijn;
  • 1 keer per 2 weken als de bloedglucosewaarden goed zijn;
  • de dag vóórdat u naar het ziekenhuis komt voor een controlebezoek aan de behandelend arts of diabetesverpleegkundige.

Het is erg belangrijk om een 4- of 7-punts dagcurve bij te houden op wisselende dagen. De bloedglucosewaarden kunnen namelijk op zon- en feestdagen anders zijn dan op werkdagen of stressvolle dagen.

Wanneer nog vaker controleren?

Het kan zinvol zijn om zo nu en dan een extra controle te doen. U krijgt dan nog duidelijker hoe bij u de relatie is tussen bloedglucosewaarden, hoeveelheid tabletten en/of insuline, hoeveelheid koolhydraten en (in)spanning. Mensen die aan zelfregulatie doen met behulp van de boluscalculator controleren voor iedere hoofdmaaltijd de glucosewaarde.

Wanneer u zich niet lekker voelt, kunt u door een eenmalige glucosemeting nagaan of dit mogelijk samenhangt met een te laag of te hoog glucosegehalte (hypo- of hyperglycaemie).

In het algemeen streven we naar bloedglucosewaarden die liggen tussen:

  • 4 - 7 mmol/l voor de maaltijd;
  • 4 – 10 mmol/l na de maaltijd;
  • 6 - 8 mmol/l voor de nacht.

U kunt de bloedglucosewaarden in uw diabetesdagboekje noteren. Of u kunt ze uitlezen via uw computer. Het is belangrijk bij afwijkende waarden ook de oorzaak en lichamelijke klachten te noteren. Bijvoorbeeld als u ziek bent, meer lichamelijke inspanning verricht dan normaal, hoofdpijn heeft, trilt, duizelig bent en dergelijke.

Wanneer de gemeten bloedglucosewaarden regelmatig afwijken van de hiervoor genoemde waarden, raden wij u aan contact op te nemen met de diabetesverpleegkundigen van ons ziekenhuis.

Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd bent over zelfcontrole. Heeft u na het lezen van deze tekst nog vragen? Of zijn er zaken die u wilt bespreken? Aarzel dan niet om contact op te nemen met de diabetesverpleegkundigen.

Als u een afspraak wilt maken met de diabetesverpleegkundige(n), bepaalde zaken wilt bespreken en/of bloedglucosewaarden wilt doorgeven, dan kan dit op werkdagen tijdens het telefonisch spreekuur:

  • tussen 08.30 en 09.30 uur en tussen 13.00 en 13.30 uur.

Bij spoed kunt u altijd bellen. Op werkdagen is tussen 08.00-16.30 uur altijd een van de diabetesverpleegkundigen bereikbaar. Buiten deze tijden kunt u bij spoed contact opnemen met de huisartsenspoedpost of, als u belt voor uw kind, met de dienstdoend kinderarts van het ziekenhuis.
Telefoonnummer: 088 – 066 1000
E-mail: diabeteszorg@ozg.nl

Is met de informatie op deze pagina uw vraag beantwoord?
Wilt u ons helpen deze pagina te verbeteren?

Bedank voor het insturen van uw feedback