Het knippen van de neusamandel bij kinderen
Inclusief leefregels na ontslag
De neusamandel speelt een rol bij het onschadelijk maken van binnendringende ziekteverwekkers. Wanneer de amandel de hoeveelheid binnendringende bacteriën niet meer aankan, raakt hij ontstoken. In dat geval is de amandel zelf een ‘ziekmaker’. Uw kind kan vaak verkouden worden, erg snurken, slecht slapen en/of permanent door de mond ademen. Oorontsteking komt vaak voor en soms is de neusamandel te groot. Als dat zo is, zal de KNO-arts u vertellen dat het beter is om de neusamandel te verwijderen.
Amandelen zijn stukjes weefsel van het lymfekliersysteem. Het lymfekliersysteem is een uitgebreid systeem om infecties te bestrijden. De overgang van mond en neus naar de keel bevat veel van dit lymfeklierweefsel. Het vangt ziekteverwekkers zoveel mogelijk op en maakt ze onschadelijk. De amandelen zitten achter de neus, achterin de keel en achterop de tong.
- De tongamandel gaat aan de zijkant van de tong over in de keelamandelen. De tongamandel geeft bijna nooit problemen.
- De keelamandelen zijn zichtbaar als knobbels (links en rechts) achter in de keel.
- De neusamandel zit in de neus-keelholte. Dit is de ruimte achter de neus boven het zachte verhemelte. Deze neusamandel is vooral bij jonge kinderen aanwezig. Vanaf 8 jaar wordt de neusamandel kleiner.
De KNO-arts behandelt de neusamandel van uw kind. Hij voert ook de operatie uit. Soms behandelt een medewerker van de polikliniek KNO of de afdeling Spoedeisende Hulp uw kind.
Soms zijn de klachten ernstig. Of komen ze vaak voor. Medicatie als pijnstillers en/of antibiotica helpen onvoldoende. In deze gevallen kan uw KNO-arts u adviseren de neusamandel van uw kind te laten verwijderen. De neusamandel kan niet volledig worden verwijderd. De KNO-arts neemt alleen het dikste deel weg.
De neusamandel kan ook weer aangroeien en soms na verloop van tijd weer klachten geven. Omdat de neusamandel slechts een klein deel vormt van het lymfekliersysteem, heeft het verwijderen ervan op langere termijn geen gevolgen voor onze afweer.
Voor kinderen is een ingreep geen kleinigheid. Daarom is het van belang dat u uw kind goed voorbereidt door zo eerlijk mogelijk en duidelijk te vertellen wat er gaat gebeuren. Uw kind zal dan waarschijnlijk de ingreep als minder akelig ervaren en deze beter kunnen verwerken. Om uw kind te kunnen voorbereiden is het van belang dat u zelf goed geïnformeerd bent over de operatie.
Het is handig om van tevoren een aantal dingen te regelen voor na de ingreep:
- Paracetamol
Na een operatie voelen kinderen zich vaak niet lekker. Het is verstandig om vast Paracetamol tabletjes of zetpillen voor uw kind in huis te halen. De dosering is afhankelijk van de leeftijd van uw kind. Voelt uw kind zich eenmaal thuis niet lekker? Geef het dan een Paracetamol volgens de bijsluiter. De KNO-arts adviseert de eerste 48 uur pijnstilling geven. Omdat kinderen na de operatie vaak moeite hebben met slikken, adviseren wij een zetpil in plaats van een tabletje. - Drinken en/of waterijsjes
Zorg dat u drinken (zonder prik) en/of waterijsjes in huis heeft. Geeft u uw kind geen rode dranken. Als uw kind moet spugen kunt u namelijk moeilijk zien of dit drinken is of dat het bloed is. Geef het drinken zo koud mogelijk, eventueel kunt u van tevoren ijsblokjes invriezen. - Eigen vervoer
Bij de voorbereidingen hoort ook het regelen van het vervoer naar huis. Wij adviseren om u en uw kind op te laten halen met de auto. U kunt dan met uw kind achter in de auto zitten, omdat uw kind mogelijk door de narcose of ingreep kan braken. - Hygiënische maatregelen
Oorbellen, piercings of andere sieraden moeten voor de operatie af. Ook mag uw kind geen nagellak op de vingers of tenen hebben. Voor ouder(s) die hun kind begeleiden naar de operatiekamer, is het dragen van sieraden eveneens niet toegestaan.
Na de operatie is er, net als bij iedere operatie, kans op complicaties. Een nabloeding komt regelmatig voor. Juist bij deze operatie is een normale bloedstolling erg belangrijk. De kans op een nabloeding is het grootst in de eerste 12 uur na de operatie.
Uw kind mag daarom vanaf 2 weken voor de ingreep geen medicijnen die acetylsalicylzuur bevatten. Deze medicijnen kunnen de bloedstolling nadelig beïnvloeden en geven daardoor een verhoogde kans op nabloedingen.
De KNO-arts bespreekt de alternatieven met u.
- Uw kind kan na de operatie wat misselijk zijn van de narcose.
- Ook kan uw kind de eerste dagen wat verhoging hebben. Een temperatuur tot 38.5°C is normaal. U mag hiervoor een zetpil (of tabletje) Paracetamol geven. De dosering is te vinden in de bijsluiter. Na 2 dagen moet de temperatuur weer normaal zijn, anders moet u even contact met uw huisarts opnemen.
- Ook bij keel- en oorpijn mag u uw kind een Paracetamol zetpil of tabletje geven volgens bijsluiter.
- Uw kind moet de eerste tijd rustig aan doen.
- Wanneer uw kind donker, bruinig bloed spuugt, is dit waarschijnlijk oud bloed en is er waarschijnlijk geen sprake van een acute nabloeding.
- Door het doorslikken van bloed tijdens de operatie kan de ontlasting zwart van kleur zijn. De stem kan anders klinken dan voor de operatie. Ook kan het zijn dat uw kind uit de mond ruikt. Dit gaat in principe allemaal vanzelf weer over.
- Vermijd de eerste dagen warmte en zware inspanning. Door intensieve inspanning kan de bloeddruk stijgen, wat de kans op nabloedingen vergroot.
Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd bent over uw behandeling. Heeft u na het lezen van deze tekst nog vragen? Aarzel dan niet om deze aan de KNO-arts te stellen.
Contact
U bereikt ons ziekenhuis via telefoonnummer 088 – 066 1000. Als u vraagt naar de polikliniek KNO, verbindt ons Klant Contact Centrum u door. Dit doen zij op maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 16.30 uur. Buiten deze tijden verbinden zij u door met onze afdeling Spoedeisende Hulp.
Heeft uw kind hechtingen?
Uw kind heeft geen hechtingen.
Mag uw kind in bad en douchen?
De dag na de operatie mag uw kind weer douchen en in bad. Gebruik lauw water en een zachte straal in verband met de kans op een nabloeding.
Wanneer mag uw kind weer naar school?
Als uw kind zich goed voelt, mag het 2 dagen na de operatie weer naar school. Uw kind moet wel oppassen voor stoten. Laat uw kind daarom de eerste 2 weken niet meedoen met de gymnastiekles.
Wanneer mag uw kind weer sporten en spelen?
- Houd uw kind op de dag van de operatie het liefst binnen.
- Na 2 dagen mag uw kind weer naar buiten. Houd uw kind echter wel uit de zon. Hierdoor stijgt namelijk de bloeddruk en is de kans groter dat een nabloeding ontstaat.
Wat mag uw kind eten en drinken?
Dag van de operatie (eerste dag):
- alleen koude dranken zoals water, vla, yoghurt, een danoontje en limonade zonder prik en waterijsjes;
- geen rode dranken. U kunt dan moeilijk zien of er vers bloed bij zit als uw kind gaat braken.
Vanaf de tweede dag:
- uw kind mag weer gewoon eten;
- laat het eten en drinken de eerste week eerst een beetje afkoelen.
Moet uw kind nog een keer voor controle naar het ziekenhuis?
Uw kind moet na de operatie nog een keer naar de KNO-arts voor een controle. U kunt zelf een afspraak voor over 6 weken na de operatie maken bij de polikliniek KNO.
Wanneer moet u bellen en met wie?
- Belt u de huisarts als uw kind 2 dagen na de operatie nog koorts heeft (hoger dan 38.5°C).
- Bij een nabloeding of als u het niet vertrouwt, kunt u contact opnemen met de assistente van de polikliniek KNO.
- Wanneer uw kind een hevige bloedneus heeft of veel helderrood bloed spuugt, duidt dit op een mogelijke nabloeding. U moet dan meteen contact opnemen met het ziekenhuis, telefoonnummer 088 – 066 1000.