Het plaatsen van trommelvliesbuisjes bij kinderen
Inclusief leefregels na ontslag
Het oor bestaat uitwendig uit een oorschelp en het begin van de gehoorgang. Aan het eind van deze gehoorgang zit het trommelvlies. Door verschillende oorzaken kan het trommelvlies soms niet goed meer trillen. Daardoor komen geluiden minder goed binnen. Dit heeft als gevolg dat uw kind slechter gaat horen. De KNO-arts kan dit probleem oplossen door bij uw kind buisjes in het trommelvlies te plaatsen.
Het trommelvlies is een ovaal, dun, half doorzichtig vlies. Het vormt de scheiding tussen het uitwendige oor en het middenoor. Achter het trommelvlies ligt een ruimte, ‘het middenoor’.
Deze ruimte kan ‘vol gaan zitten’ met slijm en/of vocht. Dit kan bijvoorbeeld komen door herhaaldelijke verkoudheden of oorontsteking.
Door het slijm dat achter het trommelvlies zit, kan het trommelvlies niet meer goed trillen. Geluiden worden dan niet meer goed overgebracht. Het gevolg is dan, dat uw kind slechter gaat horen. Het slijm en/of vocht moet dan worden weggehaald.
De KNO-arts voert de operatie aan het trommelvlies van uw kind uit.
Voor kinderen is een ingreep geen kleinigheid. Daarom is het van belang dat u uw kind goed voorbereidt door zo eerlijk mogelijk en duidelijk te vertellen wat er gaat gebeuren. Uw kind zal dan waarschijnlijk de ingreep als minder akelig ervaren en deze beter kunnen verwerken. Om uw kind te kunnen voorbereiden is het van belang dat u zelf goed geïnformeerd bent over de operatie.
Het is handig om van tevoren een aantal dingen te regelen voor na de ingreep:
- Paracetamol
Na een operatie voelen kinderen zich vaak niet lekker. Het is verstandig wanneer u alvast Paracetamol tabletjes of zetpillen voor uw kind in huis haalt. De dosering is afhankelijk van de leeftijd van uw kind. Voelt uw kind zich eenmaal thuis niet lekker, dan is het goed een Paracetamol volgens bijsluiter te geven. Op advies van de KNO-arts adviseren wij de eerste 48 uur pijnstilling te geven. - Eigen vervoer
Bij de voorbereidingen hoort ook het regelen van het vervoer naar huis. Wij adviseren om u en uw kind op te laten halen met de auto. U kunt dan met uw kind achter in de auto zitten. Uw kind kan mogelijk door de narcose of ingreep gaan braken. - Hygiënische maatregelen
Oorbellen, piercings of andere sieraden moeten voor de operatie af. Ook mag uw kind geen nagellak op de vingers of tenen hebben. Voor ouder(s) die hun kind begeleiden naar de operatiekamer, is het dragen van sieraden eveneens niet toegestaan.
Uw kind wordt onder narcose gebracht. De KNO-arts maakt dan een klein sneetje in het trommelvlies. Vervolgens zuigt hij het slijm dat in het middenoor zit weg. Daarna plaatst de arts een klein kunststof buisje in het trommelvlies. Eventueel slijm en/of vocht wat na de operatie weer achter het trommelvlies gaat zitten, kan dan via het buisje weglopen.
Na een paar maanden groeien de buisjes vanzelf uit het oor en sluit het gaatje zich weer. Het buisje komt dan los in de gehoorgang te liggen en wordt bij de volgende controle verwijderd.
In 80% van de gevallen helpt deze ingreep voldoende. Soms is herhaling van de ingreep nodig. Als het buisje er niet vanzelf uit gaat, moet het er onder narcose worden uitgehaald.
Na de operatie is er, net als bij iedere operatie, kans op complicaties. In geval van een loopoor worden vaak oordruppels voorgeschreven.
De KNO-arts bespreekt de alternatieven met u.
- Uw kind kan na de operatie wat misselijk zijn van de narcose.
- Ook kan uw kind de eerste dagen wat verhoging hebben. Een temperatuur tot 38.5°C is normaal. U mag hiervoor een zetpil (of tabletje) Paracetamol geven. De dosering is te vinden in de bijsluiter. Na 2 dagen moet de temperatuur weer normaal zijn, anders moet u even contact met uw huisarts opnemen.
- Ook bij pijn mag u uw kind een paracetamol zetpil of tabletje geven volgens de bijsluiter.
- Uw kind kan een paar dagen last hebben van een loopoor. Als het oor na 3 dagen nog loopt moet u contact opnemen met de polikliniek KNO, het kan zijn dat u dan oordruppels voorgeschreven krijgt.
- Uw kind kan na de operatie schrikken van geluiden. Dit komt omdat het beter hoort dan voor de operatie.
Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd bent over uw behandeling. Heeft u na het lezen van deze tekst nog vragen? Aarzel dan niet om deze aan de KNO-arts te stellen.
Contact
U bereikt ons ziekenhuis via telefoonnummer 088 – 066 1000. Als u vraagt naar de polikliniek KNO, verbindt ons Klant Contact Centrum u door. Dit doen zij op maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 16.30 uur. Buiten deze tijden verbinden zij u door met onze afdeling Spoedeisende Hulp.
Heeft uw kind hechtingen?
U kind heeft geen hechtingen.
Mag uw kind in bad en douchen?
Het is belangrijk dat de oren de eerste week na de operatie droog blijven. Uw kind mag in deze eerste week wel douchen en haren wassen. Doe dit echter wel met een propje vette watten in het oor. Als er verder geen problemen zijn, mag uw kind na een week weer zwemmen.
Wanneer mag uw kind weer naar school?
Uw kind mag weer naar school zodra het zich weer goed voelt en geen koorts heeft.
Wanneer mag uw kind weer sporten en spelen?
Uw kind mag na de operatie weer rustig spelen, een dag na de operatie mag het weer sporten.
Wat mag uw kind na de operatie eten en drinken?
Uw kind mag alles eten en drinken na de operatie.
Moet uw kind nog een keer voor controle naar de KNO-arts?
Uw kind moet 8 weken na de operatie nog een keer naar de KNO-arts voor een controle. In sommige gevallen krijgt u hiervoor een afspraak mee. Is dit niet zo, moet u zelf even een afspraak maken.
Wanneer moet u bellen en met wie?
Neemt u contact op met het ziekenhuis, telefoonnummer 088 – 066 1000, als uw kind
- 2 dagen na de operatie nog koorts heeft (hoger dan 38.5°C);
- na 3 dagen nog steeds een loopoor heeft.