Het plaatsen van trommelvliesbuisjes
Onder lokale verdoving op de polikliniek
Het oor bestaat uitwendig uit een oorschelp en het begin van de gehoorgang. Aan het eind van deze gehoorgang zit het trommelvlies. Door verschillende oorzaken kan het trommelvlies soms niet goed meer trillen. Daardoor komen geluiden minder goed binnen. Dit heeft als gevolg dat u slechter gaat horen. De KNO-arts kan dit probleem oplossen door buisjes in uw trommelvlies te plaatsen.
Het trommelvlies is een ovaal, dun, half doorzichtig vlies. Het vormt de scheiding tussen het uitwendige oor en het middenoor. Achter het trommelvlies ligt een ruimte, ‘het middenoor’. Deze ruimte kan ‘vol gaan zitten’ met slijm en/of vocht. Dit kan bijvoorbeeld komen door herhaaldelijke verkoudheden of oorontsteking. Door het slijm dat achter het trommelvlies zit, kan het trommelvlies niet meer goed trillen. Geluiden worden dan niet meer goed overgebracht. Het gevolg is dan, dat u slechter gaat horen. Het slijm en/of vocht moet dan worden weggehaald.
U krijgt 15 tot 30 minuten voor de ingreep een lokale verdoving. De arts maakt dan een klein sneetje in het trommelvlies. Vervolgens zuigt hij het slijm dat in het middenoor zit weg. Daarna plaatst de arts een klein kunststof buisje in het trommelvlies. Eventueel slijm en/of vocht wat na de operatie weer achter het trommelvlies gaat zitten, kan dan via het buisje weglopen.
Na een paar maanden tot jaren groeien de buisjes vanzelf uit het oor en sluit het gaatje zich weer. Het buisje komt dan los in de gehoorgang te liggen en wordt bij de volgende controle verwijderd.
In 80% van de gevallen helpt deze ingreep voldoende. Soms is herhaling van de ingreep nodig. Als het buisje er niet vanzelf uit gaat, moet het er onder narcose worden uitgehaald.
Na de ingreep is er, net als bij iedere operatie, kans op complicaties. In geval van een loopoor worden vaak oordruppels voorgeschreven.
De KNO-arts bespreekt de alternatieven met u.
Het is handig om van tevoren een aantal dingen te regelen voor na de ingreep:
- Paracetamol
Na een operatie is het mogelijk dat u zich niet lekker voelt. U kunt hiervoor Paracetamol tabletjes nemen. De KNO-arts adviseert de eerste 48 uur pijnstilling te nemen. - Eigen vervoer
Het is mogelijk dat u zich niet goed voelt na de ingreep. Daarom is het belangrijk dat u na afloop niet zelf rijdt, maar dat u vervoer naar huis regelt.
- U kunt de eerste paar dagen wat verhoging hebben. Een temperatuur tot 38.5°C is normaal. U mag hiervoor paracetamol nemen. De dosering is te vinden in de bijsluiter. Na 2 dagen moet de temperatuur weer normaal zijn, anders moet u contact met uw huisarts opnemen.
- Ook bij pijn mag u een paracetamol nemen volgens de bijsluiter.
- U kunt een paar dagen last hebben van een loopoor. Als het oor na 3 dagen nog loopt moet u contact opnemen met de polikliniek KNO, het kan zijn dat u dan oordruppels voorgeschreven krijgt.
- U kunt na de ingreep schrikken van geluiden. Dit komt omdat u beter hoort dan voor de ingreep.
- Heeft u hechtingen?
U heeft geen hechtingen. - Mag u in bad en douchen?
Het is belangrijk dat de oren de eerste week na de operatie droog blijven. U mag in deze eerste week wel douchen en haren wassen. Doe dit echter wel met een propje vette watten in het oor.
Als er verder geen problemen zijn, mag u na een week weer zwemmen. - Wat mag u na de ingreep eten en drinken?
U mag alles eten en drinken na de ingreep. - Moet u nog een keer voor controle naar de KNO-arts?
U moet 8 weken na de operatie nog een keer naar de KNO-arts voor een controle. In sommige gevallen krijgt u hiervoor een afspraak mee. Is dit niet zo, moet u zelf even een afspraak maken. - Wanneer moet u bellen en met wie?
Neemt u contact op met het ziekenhuis, telefoonnummer 088 – 066 1000, als u:
- 2 dagen na de operatie nog koorts heeft (hoger dan 38.5°C);
- na 3 dagen nog steeds een loopoor heeft.
Tijdens kantooruren (08.00-16.30 uur) kunt u bellen met ons Klant Contact Centrum 088 – 066 1000. Onze medewerkers verbinden u door met de polikliniek KNO. Buiten kantooruren verbindt ons Klant Contact Centrum u door met onze afdeling Spoedeisende Hulp.
Heeft u vragen? Stel deze gerust aan de KNO-arts of KNO-verpleegkundige.