Inbrengen van een PICC-lijn
PICC staat voor: ‘Perifeer Ingebrachte Central veneuze Catheter'. Voor de behandeling van uw ziekte is het nodig om medicatie via een infuus te geven. Doordat uw bloedvaten hiervoor vaak moeten worden aangeprikt, kunnen ze beschadigd raken. Om irritatie en beschadiging van de bloedvaten te voorkomen, wordt bij u een PICC-lijn ingebracht. Dit is een dun slangetje dat via een bloedvat in de bovenarm wordt ingebracht. De behandeling vindt plaats op de afdeling Medische Beeldvorming.
De behandeling wordt uitgevoerd door een radioloog, hierbij wordt hij/zij geassisteerd door MBB-ers (radiodiagnostisch laboranten).
Kleding
De behandeling vindt plaats in een steriele omgeving. Daarom is het belangrijk dat u in schone (gewassen) kleding naar de afdeling Medische Beeldvorming komt. Het is handig wanneer uw kleding comfortabel en niet te strak zit. Als u bent opgenomen in het ziekenhuis, krijgt u soms een operatiehemd aan.
Bloedverdunners
Als u bloedverdunnende medicijnen (bijvoorbeeld Marcoumar of Sintrom) gebruikt, kan het zijn dat u hiermee tijdelijk moet stoppen. Vertel uw arts dat u deze medicijnen gebruikt. Soms is het nodig dat de stolling van uw bloed wordt gecontroleerd voor de behandeling, in dat geval zal uw arts dat met u bespreken.
Opname
Voor het plaatsen van een PICC-lijn is meestal geen opname nodig. Als uw arts het toch nodig vindt dat u wordt opgenomen, zal hij/zij dat met u bespreken.
Extra drinken
Wij raden u aan om de dag voor het onderzoek voldoende (1,5 tot 2 liter) te drinken. Dit geldt niet als u een vochtbeperkt dieet heeft.
Op de afgesproken tijd kunt u zich melden bij de balie van de afdeling Medische Beeldvorming. Een medewerker van de afdeling verwijst u naar de juiste wachtkamer. U wordt daar opgehaald door een MBB-er.
In de röntgenkamer neemt u op uw rug plaats op de onderzoektafel. De radioloog bepaalt vervolgens in welke arm de PICC-lijn geplaatst wordt. De PICC-lijn kan in beide armen geplaatst worden, meestal wordt gekozen voor de linker bovenarm.
De radioloog en de MBB-er dragen tijdens de behandeling een steriele jas, een mondneusmasker en handschoenen. Uw arm wordt ook steriel afgedekt.
Met een echoapparaat wordt een geschikte ader in de bovenarm opgezocht waarin de PICC-lijn geplaatst wordt. Uw huid wordt plaatselijk verdoofd, dit kan een onaangenaam gevoel geven. Als de verdoving is ingewerkt, prikt de radioloog de ader aan. Vervolgens wordt de PICC-lijn in de ader geschoven met behulp van een geleidedraad. U voelt hier weinig van.
Nadat de PICC-lijn is ingebracht, controleert de radioloog of deze op de goede plek ligt.
De PICC-lijn wordt met een speciale pleister aan de huid vastgeplakt en daarna afgedekt met een doorzichtige foliepleister. Aan het uiteinde, daar waar het infuus aangekoppeld kan worden, wordt een aan- of afsluitdop geplaatst.
Van de MBB-er krijgt u een katheter-ID-kaart met belangrijke informatie over de bij u ingebrachte PICC-lijn.
Een PICC-lijn plaatsing is in principe een veilige behandeling. Soms is het niet mogelijk het bedoelde bloedvat aan te prikken of er een PICC-lijn in op te voeren. In overleg met de arts wordt dan besloten om de procedure opnieuw in te plannen of er wordt naar een alternatief gekeken. Complicaties die kunnen optreden zijn: trombose, infectie en een bloeduitstorting.
U krijgt plaatselijke verdoving toegediend in de vorm van lidocaïne. Indien u bekend bent met een overgevoeligheid voor lidocaïne, wilt u ons dit melden? Er zal dan een ander middel worden gebruikt.
Soms wordt de ligging van de PICC-lijn gecontroleerd met een contrastmiddel. Bij een klein aantal patiënten (minder dan 1%) treedt een allergische reactie op het contrastmiddel op, die meestal bestaat uit niezen of het ontstaan van galbulten. Meestal behoeft dit geen verdere behandeling.
Als u bekend bent met contrastallergie, neemt u dan zo spoedig mogelijk contact op met de afdeling Medische Beeldvorming.
Het onderzoek wordt uitgevoerd met zo min mogelijk röntgenstraling als nodig is voor kwalitatief goede opnamen.
Uw behandelend arts en de radioloog wegen het eventuele nadeel van de röntgenstraling af tegen de informatie die het onderzoek kan opleveren.
Het inbrengen van een PICC-lijn duurt ongeveer 1 uur.
Als u zich goed voelt, mag u direct na het inbrengen van de PICC-lijn naar huis. U mag zelf autorijden.
- U mag met de PICC-lijn gewoon douchen. U dient zowel de fixatiepleister (Statlock®) als de doorzichtige foliepleister (Tegaderm®) te laten zitten! Tevens dient u de arm te bedekken met huishoudfolie, zodat deze extra wordt beschermd tegen het douchewater.
- Wanneer de insteekplaats onder de doorzichtige folie (Tegaderm®) vochtig is geworden, dan moet deze opnieuw verzorgd worden.
- Baden, zwemmen en saunabezoek worden afgeraden in verband met het risico op infectie.
- Het is raadzaam om niet zwaarder te tillen dan 10 kg.
- Laat geen bloed afnemen uit de arm waarin de PICC-katheter is geplaatst (dus wel uit de PICC-lijn zelf, maar niet uit een andere ader van deze arm).
- Laat geen bloeddruk meten aan de arm waarin de PICC-lijn zit, deze kan hierdoor verstopt of beschadigd raken.
LET OP. Neem contact op met de arts/afdeling waar u behandeld wordt, bij de volgende punten:
- Bij tekenen van roodheid, zwelling, warmte, pijn, koorts en/of koude rillingen. Dit zijn tekenen van een infectie ter hoogte van de insteekplaats of van de bovenarm.
- Wanneer er lekkage is van vocht of bloed naast de PICC-lijn, bijvoorbeeld doordat het afsluitdopje los is geraakt.
- Als uw arm/schouder gezwollen of pijnlijk is na het inspuiten. De positie van de PICC is mogelijk veranderd.
- Bij kortademigheid, hoesten of pijn ter hoogte van de borstkas. Dit kan duiden op een luchtembolie.
Als u in het ziekenhuis verblijft, verzorgt de verpleegkundige de PICC-lijn. In de thuissituatie verleent de thuiszorg deze zorg aan u.
- De eerste week na het plaatsen van de PICC-lijn wordt de doorzichtige foliepleister dagelijks verschoond tot de aanprikplaats droog is. Hierna wordt deze 1x per week verschoond, tenzij de pleister verontreinigd is. In dat geval wordt deze meteen vervangen.
- De PICC-lijn dient elke keer voor en na gebruik te worden doorgespoeld (geflushed) met een zoutoplossing (NaCl 0,9%).
- Ook als de PICC-lijn even niet in gebruik is, moet deze twee keer per week worden verzorgd en doorgespoten.
- De connector moet na ieder gebruik van de PICC-lijn worden vervangen.
- De fixatiepleister wordt eens per drie weken vervangen of eerder als deze los raakt.
Als u zwanger bent of daar een vermoeden van heeft, neemt u dan zo spoedig mogelijk contact op met uw behandelend specialist. Er wordt besproken of de behandeling door kan gaan of uitgesteld moet worden.
- Bij verhindering verzoeken wij u om tijdig contact met ons op te nemen. Wij maken dan een nieuwe afspraak met u.
- Neem altijd een geldig identiteitsbewijs en uw zorgpas mee naar het ziekenhuis.
- Als u bekend bent met contrastallergie, neemt u dan zo spoedig mogelijk contact op met de afdeling Medische Beeldvorming.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de afdeling Medische Beeldvorming via het algemene telefoonnummer: 088 – 066 1000.