Inleiding van de bevalling

Het opwekken van de weeën is pas mogelijk als de vliezen gebroken kunnen worden. De baarmoedermond moet daarvoor voldoende rijp zijn. Het hoofd van de baby moet voldoende ingedaald zijn om de vliezen veilig te kunnen breken. De verloskundige of gynaecoloog brengt twee vingers in de vagina (inwendig onderzoek) en voelt naar de baarmoedermond en de baby. Is het hoofd van de baby goed te voelen en is de baarmoedermond al iets open? Dan kunnen de vliezen worden gebroken. Is dat nog niet zo? Dan volgt er een voorbereiding van de inleiding, dit wordt ook wel primen genoemd.

Er zijn twee verschillende manieren om de baarmoedermond voor te bereiden. 

• ballonkatheter 
• medicijnen

In principe heeft de ballonkatheter de voorkeur. Het laten rijpen van de baarmoedermond kan soms meerdere dagen duren. Soms krijg je eerst een ballonkatheter en later alsnog misoprostol. Lukt het niet om de baarmoedermond te laten rijpen? En is er geen acute reden om te bevallen? Dan kun je soms naar huis voor een rustdag. Daarna start je opnieuw met het laten rijpen van de baarmoedermond.

De verloskundige of de gynaecoloog brengt via de vagina een katheter in de baarmoeder. Vaak gebruikt zij er een spreider (speculum) bij. Een katheter is een slangetje met een ballonnetje aan het eind. De verloskundige of de gynaecoloog vult dit ballonnetje met ongeveer 80 ml water.

Het ballonnetje drukt op de baarmoedermond. Hierdoor komen natuurlijke hormonen vrij. Deze hormonen zorgen ervoor dat de baarmoedermond zacht wordt en opengaat.

Voor en na het inbrengen van de ballonkatheter controleren we de conditie van de baby met een CTG. Een CTG registreert de hartslag van de baby. De ballonkatheter kan voor iedereen gebruikt worden. Ook voor vrouwen die een keizersnede hebben gehad. Een katheter mag maximaal 48 uur blijven zitten en hiermee mag je naar huis. Je krijgt belinstructies mee en onze telefoonnummers zodat je weet wanneer en wie je kan bellen. De volgende ochtend na het plaatsen van de ballonkatheter heb je een afspraak en beoordelen we het opnieuw de rijpheid van de baarmoedermond.

Bron afbeelding: degynaecoloog.nl

Misoprostol is een maagzuur remmend medicijn. Het bevat ook een kleine hoeveelheid prostaglandines. Prostaglandines zijn hormonen die de baarmoedermond rijp maken. Misoprostol is een tablet, deze neem je oraal in. Op een dag ontvang je maximaal vier keer een dosis van twee tabletten. Voor en na het inbrengen van de misoprostol controleren we de conditie van de baby met een CTG. Met misoprostol kun je niet naar huis en blijf je opgenomen in het ziekenhuis. De volgende ochtend gaan we opnieuw beoordelen of de baarmoedermond voldoende rijp is door middel van een inwendig onderzoek.

Risico's
Als je veel harde buiken krijgt of veel weeën, kan de baby daar last van krijgen. Zo nodig krijg je een weeënremmend middel. Je hebt met prostaglandines geen hogere kans op een keizersnede vergeleken met de ballon.

Misoprostol tabletten hebben bijwerkingen, die weinig voorkomen: 

• diarree/obstipatie
• winderigheid
• misselijkheid en braken
• hoofdpijn
• duizeligheid
• temperatuurverhoging

Bron afbeelding: degynaecoloog.nl

Als de baarmoedermond voldoende rijp is, er voldoende ontsluiting is en het hoofdje is ingedaald, kan de verloskundige of de gynaecoloog de vliezen breken. Je krijgt dan een infuus. Vervolgens worden je vliezen gebroken. Je voelt dan warm vruchtwater via de vagina naar buiten stromen. Het breken van de vliezen doet geen pijn. Het inwendig onderzoek kan wel gevoelig zijn.

Je krijgt het medicijn oxytocine via het infuus om de weeën op te wekken. De hoeveelheid begint laag en gaat ongeveer elke 30 minuten omhoog tot dat je regelmatige en krachtige weeën hebt. Langzaam beginnen de weeën op gang te komen, je lichaam gaat nu zelf ook weeën aanmaken met je eigen hormonen. Soms kan hierdoor de hoeveelheid medicijnen in het infuus omlaag of gestopt.

De hartslag van de baby wordt de hele tijd gecontroleerd met een CTG. Je mag tijdens je bevalling gewoon bewegen. Het CTG wordt ook in de gaten gehouden als de gynaecoloog of verloskundige niet bij jou in de kamer is. Soms wordt de hartslag van de baby gemeten met een draadje op het hoofd van de baby, dit heet een schedelelektrode. Het plaatsen van dit draadje gebeurt tijdens een inwendig onderzoek. Nadat de inleiding gestart is het verloop vergelijkbaar met een normale bevalling.

De afdeling Ouder & Kind van het Ommelander Ziekenhuis Groningen werkt mee aan een langlopend onderzoek naar aangeboren aandoeningen onder de naam Eurocat. In dit kader is het mogelijk dat aan onderzoekers van Eurocat inzage wordt verleend in –een deel van- jouw gegevens. Het gaat uitsluitend om gegevens met betrekking tot aangeboren aandoeningen. Mocht in jouw zwangerschap sprake zijn van een aangeboren aandoening, dan kun je benaderd worden voor deelname aan dit onderzoek. Wanneer je bezwaar wilt maken tegen inzage van de gegevens van jouw kind en eventuele benadering, dan kun je dat aangeven bij je behandelaar of een email sturen naar eurocat@umcg.nl. Meer informatie over dit onderzoek vindt u op www.eurocat.umcg.nl.

We vinden het belangrijk dat je goed geïnformeerd bent. Heb je na het lezen van deze folder nog vragen of opmerkingen? Aarzel dan niet om deze aan jouw verloskundige of gynaecoloog te stellen. Of bel ons op 088 –066 1000.

Via onderstaande link zie je een korte voorlichting over inleiden: https://www.degynaecoloog.nl/informatiefilms/bevalling/