Keel- of neusamandelen verwijderen bij volwassenen
Component Action Menu- ${title}
Keel- of neusamandelen verwijderen bij volwassenen
tonsillectomie of adenotomie
Keelamandelen en neusamandelen spelen een rol bij het onschadelijk maken van binnendringende ziekteverwekkers. Maar ze kunnen ook zelf ontstoken raken. Dit leidt vaak tot vervelende klachten. Bij ernstige of langdurige klachten kan de KNO-arts adviseren uw amandelen te verwijderen. Dit heet ook wel een tonsillectomie (verwijdering van de keelamandelen) of een adenotomie (verwijdering van de neusamandelen).
Keelamandelen en neusamandelen spelen een rol in het opvangen en onschadelijk maken van binnendringende ziekteverwekkers. Wanneer deze functie tekort schiet, raken zij zelf ontstoken. Zij kunnen dan vervelende klachten veroorzaken zoals:
- Acute ontsteking. Er doen zich dan verschijnselen voor als: als opgezette amandelen, keelpijn, koorts, algehele malaise en pijnlijk opgezette lymfeklieren in de hals. Dit gebeurt soms meerdere keren per jaar.
- Chronische ontsteking. Dit leidt tot klachten als vergrote amandelen, moeheid, lusteloosheid, snurken, matige eetlust, slechte adem en pijnlijk opgezette lymfeklieren in de hals.
- Abcesvorming. Een enkele keer breidt een ontsteking zich uit tot in het omliggende weefsel. Er kan dan een abces ontstaan.
- Een neusamandel kan ook klachten veroorzaken als een verstopte neus, door de neus praten, snurken en een open-mond-ademhaling.
De KNO-arts behandelt uw keel- en neusamandelen. Hij voert ook de operatie uit. Soms behandelt een medewerker van de polikliniek KNO of de afdeling Spoedeisende Hulp u.
Soms zijn de klachten ernstig. Of komen ze vaak voor. Medicatie als pijnstillers en/of antibiotica helpen onvoldoende. In deze gevallen kan uw KNO-arts u adviseren uw amandelen te laten verwijderen. De KNO-arts bekijkt eerst of het om de keelamandelen of neusamandelen gaat. Of om allebei. De keelamandelen verwijdert de KNO-arts in hun geheel. Bij de neusamandel is dit niet mogelijk. De KNO-arts verwijdert dan alleen het middelste, meest verdikte gedeelte.
Een nabloeding komt regelmatig voor. Het is de belangrijkste complicatie bij deze ingreep. Een nabloeding kan voorkomen tot ongeveer 2 weken na de ingreep. Maar de kans daarop is het grootst in de eerste 12 uur na de operatie. Er ontstaat dan een bloeding onder het stolsel. Meestal verwijdert de KNO-arts het stolsel onder plaatselijke verdoving. Er ontstaat dan een nieuw korstje.
Een enkele keer moet een patiënt opnieuw onder narcose om een nabloeding te behandelen.
De KNO-arts bespreekt de alternatieven met u.
- Heeft u pijn in uw keel en moeite met slikken. De pijn kan ook uitstralen naar de oren. U krijgt pijnmedicatie van de verpleging. Probeer daarnaast uw keel niet teveel te schrapen.
- Schrijft de KNO-arts u een koud vloeibaar dieet voor. Het drinken van veel koud water is belangrijk en kan de pijn verlichten. In verband met slijmvorming mag u geen melk, karnemelk, chocolademelk en koolzuurhoudende dranken drinken. Rood gekleurd drinken kan verwarring verwarring geven met bloed, bijvoorbeeld na overgeven. Daarom raden wij rood gekleurd drinken af.
- Na de operatie komt vaak vers bloed uit de keel. Ook kan donker bloed worden gebraakt. Dit is oud bloed dat in de maag terecht is gekomen. Oud bloed dat door het darmkanaal gaat, kan zwarte ontlasting geven.
- Na het verwijderen van de neusamandel treedt vaak bloedverlies uit de neus op. U mag uw neus de eerste dagen niet snuiten.
- Op de plaats waar de amandel zat vormt zich een grijswitte korst. Deze korst verdwijnt na ongeveer een week uit zichzelf. U kunt hiervan een metaalachtige, wat weeïge smaak in uw mond krijgen.
- Op de dag na de operatie komt de KNO-arts bij u langs voor een controle. Als er geen complicaties zijn, mag u naar huis. Ga niet zelf rijden, maar regel vervoer naar huis.
- Doet u nog een week kalm aan voor u uw normale werkzaamheden hervat.
Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd bent over uw behandeling. Heeft u na het lezen van deze tekst nog vragen? Aarzel dan niet om deze aan de KNO-arts te stellen.
Contact
U bereikt ons ziekenhuis via telefoonnummer 088 – 066 1000. Als u vraagt naar de polikliniek KNO, verbindt ons Klant Contact Centrum u door. Dit doen zij op maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 16.30 uur. Buiten deze tijden verbinden zij u door met onze afdeling Spoedeisende Hulp.