Lumbaalpunctie
Binnenkort komt u bij de Ommelander Ziekenhuis Groningen voor een lumbaalpunctie. In deze folder vindt u informatie over deze ingreep. Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, aarzelt u dan niet om contact op te nemen met uw behandelend arts.
Een lumbaalpunctie (ruggenprik) is een onderzoek waarbij wat liquor uit het lichaam gehaald wordt. Liquor is het vocht dat de hersenen en het ruggenmerg omspoelt. Bij sommige ziekten verandert dat vocht van samenstelling. Bij het stellen van de diagnose kan het daarom nodig zijn de liquor te onderzoeken in het laboratorium.
Onderaan het ruggenmerg, bij de lendenwervels, is een soort holte met liquor. Om wat vocht af te nemen, prikt de arts tussen uw lendenwervels in de rug. Bij dit onderzoek wordt dus niet in het ruggenmerg zelf geprikt.
Voor een lumbaalpunctie zijn geen speciale voorbereidingen nodig. U kunt van tevoren gewoon eten en drinken.
Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u dit van tevoren doorgeven aan de arts. Er zouden in dat geval bij een punctie nabloedingen kunnen ontstaan.
Het onderzoek wordt verricht door de neuroloog.
Tijdens het onderzoek ligt u op de zij met de knieën opgetrokken in uw bed. Het kan ook zijn dat de neuroloog u vraagt om op de rand van het bed voorovergebogen te gaan zitten. Door deze houding ontstaat er ruimte tussen de lendenwervels, waardoor het aanprikken makkelijker gaat.
De neuroloog tast met zijn vingers het onderste deel van de wervelkolom af en brengt met een pen een kleine markering aan op uw rug. Vervolgens ontsmet hij de gemarkeerde plek met chloorhexidine en trekt daarna steriele handschoenen aan.
De neuroloog plaatst vervolgens via de op deze gemarkeerde plek een holle naald in het wervelkanaal. Dit kan een tijdelijk onaangenaam gevoel geven. Hierna vult hij een buisje met liquor. Het buisje met de afgetapte vloeistof wordt naar het laboratorium gestuurd voor onderzoek.
Na het verwijderen van de naald neemt de neuroloog bij bepaalde diagnosen soms nog wat bloed af uit de arm, om gegevens uit het bloed en het ruggenmergvocht met elkaar te vergelijken. De neuroloog zal u informeren als bij u hiervan sprake is.
Het onderzoek duurt ongeveer 15 tot 30 minuten.
De neuroloog vertelt u na de lumbaalpunctie hoelang u plat moet blijven liggen op bed. Na de bedrust mag u langzaam overeind komen en als u zich goed voelt mag u naar huis.
U kunt na het onderzoek beter niet zelf autorijden, fietsen of met het openbaar vervoer gaan, omdat u last kunt krijgen van hoofdpijn of misselijkheid. Deze klachten kunnen tot twee weken na het onderzoek opkomen en ze verdwijnen als u plat op uw rug gaat liggen. Als deze klachten optreden moet u een aantal dagen bedrust houden en veel drinken. U kunt zelf proberen of de hoofdpijn wegblijft wanneer u rechtop gaat staan. Komt de hoofdpijn terug, dan moet u nog een dag langer bedrust houden. Bij hoofdpijn mag u eventueel een paracetamol nemen. Blijven de klachten langer dan een week aanhouden, of krijgt u koorts, dan moet u contact opnemen met de arts die het onderzoek heeft verricht. Het is verstandig om op de dag van de punctie geen zware inspanningen te verrichten of te gaan werken. Bedrust is alleen nodig als u hoofdpijn hebt. Ook de paar dagen na de punctie, kunt u het beste rustig aan doen en niet te veel bukken en tillen. Napijn op de prikplaats komt zelden voor.
De neuroloog zal u, nadat de gegevens van het onderzoek bekend zijn, de uitslag meedelen. Dit kan enkele dagen duren, afhankelijk van de benodigde gegevens.
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u op werkdagen contact opnemen met de polikliniek Neurologie: telefoon 088 – 066 1000.