Hier leest u instructies voor het zelf toedienen van Methotrexaat injecties. Het is ook mogelijk dat een mantelzorger leert u te injecteren met MTX injecties.

In overleg met uw behandelend arts of verpleegkundig specialist is besloten zelf onderhuids (subcutaan) te gaan injecteren met methotrexaat (MTX). In deze tekst vindt u hierover aanvullende uitleg.

Naast deze informatie zal de verpleegkundig specialist u praktische informatie geven. Zij neemt de handeling met u door tot u in staat bent uzelf te injecteren met MTX-injecties. Het is ook mogelijk dat iemand uit uw directe omgeving, bijvoorbeeld een partner of familielid (mantelzorger), leert u te injecteren.

Benodigde materialen:

  • medicatieoverzicht;
  • met MTX gevulde spuit of injectiepen;
  • naaldencontainer;
  • alcoholdoekje;
  • eventueel een pleister;
  • afvalzakje.

Als een mantelzorger u injecteert:

  • onsteriele handschoenen.
  • Zorg voor een rustige omgeving;
  • Verzamel alle benodigdheden en leg deze binnen handbereik;
  • Controleer houdbaarheidsdatum en dosering op de spuit of pen;
  • Was de handen zorgvuldig met zeep en droog ze met een schone handdoek;
  • Bepaal de prikplaats (bij voorkeur afwisselend in het linker en rechter bovenbeen, of in de onderbuik minimaal 4 cm . van de navel). Injecteer niet in moedervlekken, wondjes of spataderen.

Methotrexaat (MTX) injecties

  • Ontlucht de spuit niet!;
  • Desinfecteer de prikplaats door wat alcohol op een gaasje te doen en dit éénmalig over de prikplaats te strijken;
  • Verwijder de beschermhuls van de naald en houdt de spuit als een pen in uw hand vast;
  • Pak met uw andere hand een huidplooi op van ongeveer 3 cm;
  • Plaats de naald loodrecht in de huidplooi;
  • Spuit vervolgens de vloeistof rustig in, door de zuiger naar beneden te drukken. Wacht na inspuiten 10 seconden.
  • Desinfecteer de prikplaats door wat alcohol op een gaasje te doen en dit éénmalig over de prikplaats te strijken;
  • Trek het beschermkapje in een rechte beweging van de pen;
  • Maak voorzichtig een huidplooi met uw vrije hand;
  • Plaats de pen loodrecht op de huidplooi;
  • Houd de huidplooi vast tijdens de injectie. Druk de pen stevig tegen uw huid om de knop te ontsluiten zonder dat u de knop indrukt;
  • Druk nu de knop in met uw duim;
  • U hoort een klik die het begin van de injectie aangeeft;
  • Blijf de pen tegen de huidplooi houden tijdens het injecteren totdat alle vloeistof is geïnjecteerd.
  • Verwijder de naald of pen in 1 beweging uit de huid;
  • Doe de spuit en naald in 1 geheel in de naaldencontainer;
  • Dek de prikplaats eventueel af met een pleister;
  • Het overige afval mag in een gesloten afvalzakje bij huisvuil;
  • Was de handen.

Injectiemoment:

Kies een vaste dag en tijdstip waarop u injecteert, zodat u het niet vergeet.

Injectie vergeten:

Wanneer u hier een dag later achter komt, kunt u de injectie alsnog toedienen. De week erop injecteert u op de gebruikelijke dag.

Is er echter meer dan een dag verstreken? Dan moet u als volgt handelen: u dient de injectie toe op het moment dat u erachter komt dat u hem vergeten bent. Dit wordt dan uw nieuwe vaste injectiedag.

Waar mag u niet injecteren:

  • op plaatsen die hard aanvoelen;
  • op plaatsen die er rood of blauw uitzien;
  • in door vocht gezwollen huid of trombosegebied.

Naaldencontainer:

Direct na het injecteren doet u de spuit met naald in de naaldencontainer. Als deze vol is, kunt u deze bij de apotheek inleveren.

Overig afval:

Al het overige afval doet u in een afvalzakje. Stop dit vervolgens bij het normale huisvuil.

Knoeien:

Trek onsteriele handschoenen aan. 

Knoeit u de injectievloeistof op bijvoorbeeld meubilair of tapijt? Dan kunt u de vloeistof opnemen met een tissue. Reinig daarna het oppervlak met water. Doe het afval in een dubbele afvalzak en sluit deze goed af. Lever dit in bij uw apotheek.

Komt de vloeistof in aanraking met kleding? Dan kunt u deze direct wassen in de wasmachine.
Bij contact met de huid en/of de ogen moet u 10 à 15 minuten grondig spoelen met lauw water en hierna contact opnemen met uw huisarts.

Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd bent over uw behandeling. Heeft u na het lezen van deze tekst nog vragen? Aarzel dan niet om deze aan de reumatoloog of verpleegkundig specialist reumatologie te stellen. U bereikt de polikliniek Reumatologie via telefoonnummer 088- 066 1000.

Is met de informatie op deze pagina uw vraag beantwoord?
Wilt u ons helpen deze pagina te verbeteren?

Bedank voor het insturen van uw feedback