Orchidopexie
bij volwassenen
U heeft met de arts afgesproken dat u geopereerd wordt aan de balzak. Deze folder geeft u meer informatie over de gang van zaken bij deze operatie.
De teelballen horen vast te zitten in de balzak. Soms is dit niet het geval: dit is dan aangeboren. De teelbal zit soms zelfs niet in de balzak, maar in de lies of onderbuik. Er is meestal al op jonge leeftijd sprake van klachten, maar er kunnen ook pas op latere leeftijd klachten ontstaan. Bij een orchidopexie wordt via een sneetje in de lies en een sneetje in de balzak, de teelbal weer vastgehecht in de balzak.
Deze ingreep wordt meestal in dagopname verricht.
Medicijngebruik
Als u bloedverdunnende middelen gebruikt of NSAIDS (bijv. Aspirine, Voltaren, Ibuprofen), moet u hiermee een week voor de operatie stoppen (in overleg met de polikliniek Urologie).
Scheren van de huid
Ten behoeve van de operatie moet de huid geschoren zijn op de plaats waar de sneetjes worden gemaakt, namelijk de onderbuik en balzak.
Meenemen ondergoed
Neemt u een strak zittende onderbroek mee (geen boxershort) naar het ziekenhuis voor na de operatie. Een strak zittende onderbroek zorgt voor extra ondersteuning.
Meestal wordt u de dag van de operatie nuchter opgenomen, tenzij de anesthesioloog anders beslist. U heeft enige tijd voor de opname een afspraak op het preoperatief spreekuur. De anesthesioloog informeert u tijdens deze afspraak over de verdoving en pijnstilling rondom de operatie. Vanaf middernacht mag u niets meer eten en drinken, u mag alleen een slokje water voor het innemen van medicatie.
Tijdens de operatie mag u geen sieraden dragen: wij raden u aan deze ook thuis reeds af te doen.
U krijgt een operatiejasje aan. De verpleegkundige brengt u naar de operatiekamer en daar neemt de anesthesioloog het over.
U krijgt een infuus waardoor vocht en geneesmiddelen kunnen worden toegediend.
De ingreep vindt meestal plaats onder regionale verdoving (= ruggenprik). U bent dan wel bij bewustzijn, maar u voelt geen pijn.
De operatie duurt ongeveer 15 tot 30 minuten.
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Als u weer goed stabiel bent, gaat u naar de afdeling terug.
Na de operatie heeft u:
- een infuus in de arm voor het toedienen van vocht en eventuele medicijnen;
- enkele wondjes in lies en balzak.
U krijgt zo nodig paracetamol als pijnbestrijding.
Enkele uren na de operatie komt het gevoel in het onderlichaam weer terug en kunt u zelf urineren.
De uroloog bepaalt het moment dat u naar huis mag.
Bij ontslag uit het ziekenhuis wordt met u een afspraak gemaakt voor een poliklinische controle bij de uroloog. Tijdens deze controle wordt gekeken hoe het u de afgelopen periode thuis is vergaan. Heeft u nog vragen over de ingreep, dan kunt u die tijdens het controlebezoek bespreken met uw uroloog.
Voor thuis geven wij u de volgende adviezen en richtlijnen:
- u kunt de dag na de operatie weer douchen;
- het is verstandig om de eerste paar dagen een strakke onderbroek te dragen;
- seksueel contact is toegestaan na drie dagen, maar houdt u er rekening mee dat dit pijnlijk kan zijn;
- twee dagen na de ingreep kunt u weer aan het werk tenzij u zwaar werk hebt. Wacht u in dat geval ongeveer een week;
- wacht u met fietsen tot drie weken na de operatie;
- de wond is gehecht met hechtingen, die vanzelf oplossen. Dit kan wel twee tot drie weken duren.
Neemt u contact op als:
- u koorts krijgt (temperatuur boven
- de wond hevig bloedt;
- een flinke roodheid en/of zwelling rond de wond ontstaat.
Als deze klachten optreden binnen een week na de operatie, neemt u contact op met het ziekenhuis. Anders kunt u contact opnemen met uw eigen huisarts.
Heeft u voor uw opname bloedverdunnende middelen (Marcoumar, Sintrom, Ascal, Plavix) gebruikt, dan hoort u bij ontslag wanneer u hiermee weer kunt starten.
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u deze stellen aan uw uroloog of contact opnemen met de polikliniek Urologie, via telefoonnummer 088 – 066 1000.