Plaatsen van een VAP
Implanteerbaar toedieningssysteem bij een oncologische behandeling
Onderstaand kunt u lezen wat een venous acces port (VAP) is. Mogelijk helpt deze informatie u een keuze te maken voor het al dan niet plaatsen van een VAP. Wanneer u deze beslissing al hebt genomen, kunt u lezen wat u kunt verwachten van een VAP.
- bloedafname;
- patiënten die een draagbaar infuuspompje (=FOLFuser) gebruiken;
- toediening van andere medicatie, zoals antibiotica;
- toediening van voeding;
- toediening van middelen die bij onderzoeken worden gebruikt, zoals sommige contrastmiddelen of radioactieve stoffen, zoals bij een CT-scan.
- Kort na het inbrengen of op een later moment kan infectie optreden. Er kunnen zich dan roodheid, zwelling, pijn en koorts voordoen. Infectie kan ertoe leiden dat de VAP verwijderd moet worden.
- Er kan trombose (bloedstolselvorming) rond de VAP optreden. Dit wordt behandeld met medicatie.
- De VAP kan verstopt raken. Soms kan dit door toediening van medicatie weer opgeheven worden. Soms moet de VAP om die reden verwijderd worden.
- Het reservoir van de VAP kan kantelen, waardoor het aanprikken lastiger wordt.
- de hechtpleisters moeten 7 tot 10 dagen blijven zitten;
- de afdekkende pleister moet minimaal 24 uur blijven zitten.
Wanneer de toediening klaar is, wordt er in de VAP heparine achtergelaten. Dit is een medicijn om een eventuele verstopping te voorkomen.
- Doorspuiten van de VAP
De VAP moet minimaal 1 keer per 6 weken ‘doorgespoten’ worden. Er wordt dan een nieuw ‘heparineslot' (NaCl 0,9% met heparine) achtergelaten Dit doorspuiten gebeurt op de afdeling Chemodagbehandeling en zoveel mogelijk in combinatie met uw behandeling.Maar wanneer in die periode van 6 weken de VAP niet hoeft te worden aangeprikt voor een behandeling of onderzoek, dan moet u voor dit doorspuiten een aparte afspraak maken. De periode van 6 weken komt niet op één of enkele dagen. U kunt het doorspuiten dus zoveel mogelijk combineren met eventuele andere afspraken in het ziekenhuis.
- Aanprikken van de VAP
De VAP kan ook gebruikt worden voor bloedafname of voor toediening van röntgencontrast of een radioactieve stof. Indien u er voor kiest om de VAP ook hiervoor te gebruiken, dan moet de VAP daarvoor worden aangeprikt. Voor het aanprikken moet u dan zelf een afspraak maken bij de afdeling Chemodagbehandeling. - Vragen over de VAP
Kan ik door een veiligheidspoortje?
U kunt met een VAP door een veiligheidspoortje op een luchthaven of in een warenhuis. Zo nodig kunt u het implantatiebewijs tonen. Dit bewijs met de gegevens van uw VAP krijgt u mee vanaf de operatiekamer.
Kan ik op vakantie naar het buitenland?
In vrijwel elk land ter wereld zijn ziekenhuizen waar men de VAP, die bij u geplaatst is, kent.
Mag ik in een MRI?
Er is geen bezwaar om een MRI te ondergaan, wanneer u een VAP heeft. Wel is het belangrijk dat u altijd doorgeeft bij de balie van de afdeling Medische Beeldvorming dat u een VAP heeft. Hier wordt dan rekening mee gehouden tijdens het MRI-onderzoek.
- Als u het na het inbrengen van de VAP benauwd krijgt of kortademig wordt.
- Als u binnen enkele dagen na het inbrengen van de VAP koorts (39 graden of hoger) krijgt.
- Bij roodheid, pijn, zwelling of pus rond de wondjes (ook op een later moment dan direct na het inbrengen). Een lichte zwelling door ophoping van wondvocht direct na het inbrengen is normaal!
- Als uw arm dik wordt aan de kant waar de VAP is geplaatst.