Onderstaand kunt u lezen wat een venous acces port (VAP) is. Mogelijk helpt deze informatie u een keuze te maken voor het al dan niet plaatsen van een VAP. Wanneer u deze beslissing al hebt genomen, kunt u lezen wat u kunt verwachten van een VAP.

Een VAP kan geplaatst worden wanneer er langdurig en/of veelvuldig een toegang tot de bloedbaan noodzakelijk is.

Sommige chemokuren bestaan uit een groot aantal toedieningen van medicijnen via een infuus. Door toediening van deze medicijnen kunnen aangeprikte bloedvaten hard aan gaan voelen en moeilijker aan te prikken zijn. Hierdoor kan het op den duur steeds lastiger worden om een geschikte prikplek te vinden. Het aanprikken kan dan ook onaangenaam en pijnlijk worden.

De specialist of verpleegkundige kan u voor of tijdens de behandeling adviseren een VAP te laten plaatsen. Het voordeel van een VAP is dat het aanprikken bijna nooit mislukt en dat medicijnen toegediend kunnen worden in een groot bloedvat. Hierdoor ontstaat nauwelijks irritatie aan de binnenkant van het bloedvat.

Een VAP kan niet alleen gebruikt worden om chemokuren toe te dienen, maar bijvoorbeeld ook voor:
  • bloedafname;
  • patiënten die een draagbaar infuuspompje (=FOLFuser) gebruiken;
  • toediening van andere medicatie, zoals antibiotica;
  • toediening van voeding;
  • toediening van middelen die bij onderzoeken worden gebruikt, zoals sommige contrastmiddelen of radioactieve stoffen, zoals bij een CT-scan.
Een VAP bestaat uit een reservoir en een katheter. De katheter, een dun flexibel kunststof buisje, mondt aan een kant uit in een groot bloedvat, dichtbij het hart. Het andere einde van de katheter loopt een stukje ‘getunneld’ onder de huid door en eindigt in het reservoir. Dit reservoir dat is gemaakt van titanium, ligt ook onder de huid en heeft een septum

Een septum is een zichzelf sluitend membraan van siliconen, waar (via de huid) een naald doorheen geprikt kan worden. De naald kan verbonden worden aan een spuit of aan een infuussysteem. De VAP is voelbaar onder de huid en soms zichtbaar.
Een VAP wordt onder algehele of plaatselijke verdoving door de chirurg geplaatst. U krijgt hiervoor een afspraak bij de chirurg en bij de afdeling preoperatief onderzoek.

Het plaatsen van een VAP gebeurt onder steriele omstandigheden op een operatiekamer en duurt ongeveer een half uur tot een uur. U wordt hiervoor een dagdeel opgenomen in het ziekenhuis.

Er wordt één sneetje in de huid gemaakt aan de zijkant van de borstkas. De VAP wordt z’n geheel in het lichaam ingebracht. Het uiteinde van de katheter bevindt zich in een ader op een plek precies boven het hart. Het inbrengen van de VAP gebeurt tijdens een ECG (hartfilmpje) en met behulp van röntgendoorlichting. Zo kan op de operatiekamer al gecontroleerd worden of de VAP goed ligt en goed werkt.

Stelt u de chirurg op de hoogte van eventuele sporten of activiteiten waarmee bij het kiezen van de plaats voor de VAP rekening moet worden gehouden. Als het mogelijk is, wordt de VAP dan zo geplaatst dat u er geen hinder van ondervindt bij het sporten.

Mogelijke complicaties
Tijdens en na het inbrengen van de VAP bestaat een kleine kans op de volgende complicaties:

  • Kort na het inbrengen of op een later moment kan infectie optreden. Er kunnen zich dan roodheid, zwelling, pijn en koorts voordoen. Infectie kan ertoe leiden dat de VAP verwijderd moet worden.
  • Er kan trombose (bloedstolselvorming) rond de VAP optreden. Dit wordt behandeld met medicatie.
  • De VAP kan verstopt raken. Soms kan dit door toediening van medicatie weer opgeheven worden. Soms moet de VAP om die reden verwijderd worden.
  • Het reservoir van de VAP kan kantelen, waardoor het aanprikken lastiger wordt.

De verpleegkundige of zaalarts geeft u voordat u naar huis gaat informatie over de verzorging van de wond, over de pijnstilling die u mag gebruiken en indien van toepassing over het weer beginnen met de antistollingsmedicatie.

Over het algemeen zitten er hechtpleisters en een afdekkende pleister op de wond:

  • de hechtpleisters moeten 7 tot 10 dagen blijven zitten;
  • de afdekkende pleister moet minimaal 24 uur blijven zitten.
Als er niet-oplosbare hechtingen zijn gebruikt, dan kunnen die na 10 dagen worden verwijderd. U kunt hiervoor zelf een afspraak maken bij de huisarts.

U mag weer douchen vanaf 24 uur na de operatie, niet te lang en niet te warm. Wanneer de wond van het plaatsen van de VAP genezen is (na 10 dagen) mag u weer in bad en zwemmen.

U mag uw schouder en arm weer gaan bewegen op geleide van de pijn, maar beweeg de eerste week de arm niet boven uw hoofd.

De eerste 10 dagen mag u niets forceren, dat betekent dat u niet mag sporten en niet zwaar mag tillen.

U krijgt telefoonnummers mee die u kunt bellen bij problemen of vragen.


In principe kan een VAP direct gebruikt worden. Als er sprake is van vochtophoping rond de VAP, dan kan de VAP niet gebruikt worden.

Wanneer de VAP gebruikt gaat worden, wordt het reservoir door een verpleegkundige aangeprikt. Wanneer het reservoir is aangeprikt en u hebt meerdere dagen achtereen medicatie of voeding nodig, dan kan de naald maximaal een week blijven zitten. Daarna wordt hij zo nodig verwisseld.

Wanneer de toediening klaar is, wordt er in de VAP heparine achtergelaten. Dit is een medicijn om een eventuele verstopping te voorkomen.
Hierna wordt de naald verwijderd. Er wordt een pleister geplakt op de aanprikplek. Deze mag de volgende dag verwijderd worden.

  • Doorspuiten van de VAP
    De VAP moet minimaal 1 keer per 6 weken ‘doorgespoten’ worden. Er wordt dan een nieuw ‘heparineslot' (NaCl 0,9% met heparine) achtergelaten Dit doorspuiten gebeurt op de afdeling Chemodagbehandeling en zoveel mogelijk in combinatie met uw behandeling.Maar wanneer in die periode van 6 weken de VAP niet hoeft te worden aangeprikt voor een behandeling of onderzoek, dan moet u voor dit doorspuiten een aparte afspraak maken. De periode van 6 weken komt niet op één of enkele dagen. U kunt het doorspuiten dus zoveel mogelijk combineren met eventuele andere afspraken in het ziekenhuis.

  • Aanprikken van de VAP
    De VAP kan ook gebruikt worden voor bloedafname of voor toediening van röntgencontrast of een radioactieve stof. Indien u er voor kiest om de VAP ook hiervoor te gebruiken, dan moet de VAP daarvoor worden aangeprikt. Voor het aanprikken moet u dan zelf een afspraak maken bij de afdeling Chemodagbehandeling.

  • Vragen over de VAP
    Kan ik door een veiligheidspoortje?
    U kunt met een VAP door een veiligheidspoortje op een luchthaven of in een warenhuis. Zo nodig kunt u het implantatiebewijs tonen. Dit bewijs met de gegevens van uw VAP krijgt u mee vanaf de operatiekamer.

    Kan ik op vakantie naar het buitenland?
    In vrijwel elk land ter wereld zijn ziekenhuizen waar men de VAP, die bij u geplaatst is, kent.

    Mag ik in een MRI?
    Er is geen bezwaar om een MRI te ondergaan, wanneer u een VAP heeft. Wel is het belangrijk dat u altijd doorgeeft bij de balie van de afdeling Medische Beeldvorming dat u een VAP heeft. Hier wordt dan rekening mee gehouden tijdens het MRI-onderzoek.

Heeft u vragen over het doorspuiten, aanprikken of andere vragen over het leven met de VAP? Dan kunt u altijd contact opnemen met de regieverpleegkundige van de afdeling Chemodagbehandeling.



Een VAP kan maanden tot jaren in het lichaam aanwezig blijven. Hoe lang de VAP blijft zitten, is afhankelijk van uw behandeling en verwachte ziekteverloop.
Doorgaans wordt de VAP na het afsluiten van de behandelingen door de chirurg verwijderd. Dit gebeurt meestal onder plaatselijke verdoving. Het litteken wordt dan opnieuw gebruikt om de sneetjes te maken om de VAP te kunnen weghalen.
In de volgende gevallen is het belangrijk dat u contact opneemt met het ziekenhuis:

  • Als u het na het inbrengen van de VAP benauwd krijgt of kortademig wordt.
  • Als u binnen enkele dagen na het inbrengen van de VAP koorts (39 graden of hoger) krijgt.
  • Bij roodheid, pijn, zwelling of pus rond de wondjes (ook op een later moment dan direct na het inbrengen). Een lichte zwelling door ophoping van wondvocht direct na het inbrengen is normaal!
  • Als uw arm dik wordt aan de kant waar de VAP is geplaatst.
Heeft u nog vragen naar aanleiding van deze informatie, dan kunt u contact opnemen met de verpleegkundig specialist Oncologie via het algemene nummer van het ziekenhuis: 088-066 1000. Bij problemen met de VAP en voor het maken van een afspraak voor het doorspoelen van de VAP kunt u contact opnemen met de afdeling Chemodagbehandeling.

De afdeling Chemodagbehandeling is bereikbaar binnen kantoortijden tussen 08.00- 16.00 uur, telefoon: 088 – 566 2121. Buiten kantoortijden en in het weekend kunt u bellen naar het algemeen nummer van het ziekenhuis en vragen naar de afdeling Spoedeisende Hulp, telefoon: 088-066 1000.


Is met de informatie op deze pagina uw vraag beantwoord?
Wilt u ons helpen deze pagina te verbeteren?

Bedank voor het insturen van uw feedback