Slokdarmechocardiografie met een 'roesje'
(TEE onderzoek onder sedatie)
Uw behandelend arts verwijst u naar de Functieafdeling voor een slokdarmechocardiografie met een roesje (sedatie). Bij dit onderzoek bekijken we de werking van uw hart vanuit uw slokdarm. Dit doen we met behulp van een endoscoop. Dit is een dun en buigzaam buisje. Met de endoscoop maken we beelden van uw hart op een beeldscherm. Zo zien we mogelijke afwijkingen aan uw hart. We noemen een slokdarmechocardiografie ook wel een TEE onderzoek (Trans Esofageaal Echocardiogram). Een roesje is het toedienen van een slaapmiddel. U wordt dan wat slaperig, zodat het onderzoek minder belastend is. Omdat u een roesje krijgt, is een korte opname in ons ziekenhuis nodig. Dit onderzoek kan nodig zijn als een echocardiogram niet genoeg informatie geeft. Of wanneer een slokdarmecho zonder roesje niet is gelukt.
De cardioloog en hartfunctielaborant voeren de slokdarmechocardiografie uit. Omdat u tijdens het onderzoek een roesje krijgt, krijgt u voor het onderzoek een poliklinische consult bij de anesthesioloog (ook wel anesthesist of narcotiseur genoemd).
Voor dit onderzoek zijn speciale voorbereidingen nodig. Het is belangrijk dat u dit doet. Als u niet goed bent voorbereid, laten wij het onderzoek niet doorgaan.
Contact met de anesthesioloog
Omdat u een roesje krijgt, is een korte opname in ons ziekenhuis nodig.
Vóór het onderzoek heeft u poliklinisch contact met een anesthesioloog van ons ziekenhuis.
Dit mag u niet meer doen:
- u mag 6 uur voor het onderzoek niets meer eten. Ook mag u geen melk of melkproducten meer drinken (ook geen koffiemelk);
- u mag 2 uur voor het onderzoek helemaal niets meer drinken.
Dit mag u nog wel doen:
- tot 2 uur voor het onderzoek mag u nog wel water, ranja of thee drinken. U mag ook suiker in uw thee doen;
- uw medicijnen mag u wel innemen met een slokje water.
Zie voor meer informatie ook de patiëntenfolder Nuchterbeleid. Deze krijgt u van de anesthesist.
Voor het onderzoek vragen we u om uw bovenlichaam te ontbloten. Als u een kunstgebit (of andere losse elementen die u kunt verwijderen) heeft, vragen wij u om deze uit te doen. Daarna gaat u op uw bed liggen. U krijgt plakkers (elektrodes) op uw borst geplakt en een bloeddrukmeter om uw arm. Hiermee bewaken we uw hartslag. We leggen u het onderzoek nog eens rustig uit. Als u nog vragen heeft, stelt u deze gerust.
Verdoving
Vooraf aan uw onderzoek brengen we een kleine infuusnaald in uw arm in. Via dit infuus geven we u het medicijn (waar u suf van wordt). Het medicijn zorgt er ook voor dat u zich na het onderzoek niet veel meer kunt herinneren van het onderzoek. Het naaldje halen we er na het onderzoek weer uit.
Slokdarmechocardiografie met een contrastmiddel
Sommige mensen krijgen een slokdarmechocardiografie met een contrastmiddel. Dit is een vloeistof die u in uw bloedbaan krijgt. Dankzij de vloeistof krijgt de arts betere beelden van uw hart op zijn beeldscherm. Wanneer dit bij u nodig is, vertelt de arts u dit voor uw onderzoek.
Wanneer u een onderzoek met een contrastmiddel krijgt, krijgt u dit door dezelfde infuusnaald toegediend.
Het onderzoek met de endoscoop
Wanneer u in ‘slaap’ bent, brengt de arts de endoscoop via uw mond en keel uw slokdarm in. Het is belangrijk dat u zich realiseert dat de slang zich in de slokdarm bevindt en niet in de luchtpijp. Hierdoor kunt u tijdens het onderzoek normaal ademen.
Duur van het onderzoek
Het ‘kijken’ met het buisje duurt ongeveer 10 minuten. Het complete onderzoek duurt 20 tot 30 minuten.
Complicaties komen niet vaak voor bij een slokdarmecho.
Een ernstige complicatie, die ontstaat bij ongeveer 1 op de 10.000 patiënten, is een gaatje in de wand van de slokdarm of (nog zeldzamer) de maag. Dit noem je een perforatie. Als een perforatie ontstaat is een ziekenhuisopname noodzakelijk. De behandeling kan bestaan uit een uitgebreide behandeling met antibiotica of een operatie.
Na het onderzoek dient u 1,5 tot 2 uur op de verpleegafdeling te blijven. De rest van de dag kunt u nog slaperig zijn.
U mag na het onderzoek niet op eigen gelegenheid naar huis. We raden u aan om vervoer naar huis te regelen. Bijvoorbeeld door een familielid of bekende te vragen u op te halen.
Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd bent over uw onderzoek. Heeft u hier na het lezen van deze tekst nog vragen over? Aarzel dan niet om deze aan de medewerkers van de Functieafdeling te stellen. U bereikt de Functieafdeling via telefoonnummer 088 - 066 1000.