Wanneer u zich heeft gemeld bij de secretaresse van de afdeling, wordt u met uw kind op de afgesproken tijd door een verpleegkundige opgehaald. In de onderzoekkamer gaat uw kind op een stoel zitten of neemt u uw kind op schoot. Vervolgens wordt een onderarm van uw kind ontbloot. De arm wordt dan eerst met water of alcohol schoongemaakt.
Op de arm worden vervolgens twee (vochtige) elektrodedopjes (een zwarte en een rode) met gelpads aangebracht, die worden vastgezet met een bandje. De dopjes worden daarna verbonden met een apparaat, waarna er gedurende 5 minuten een kleine hoeveelheid stroom op de elektrodedopjes komt te staan. Als gevolg hiervan gaat de huid onder de dopjes zweten, wat een prikkelend gevoel kan geven.
Tijdens de test moet uw kind zijn arm zo rustig mogelijk laten liggen. Hierna wordt het rode dopje verwijderd en vervangen door een zweetcollector. In deze collector wordt het zweet opgevangen. De collector en het zwarte dopje blijven 15 tot 30 minuten zitten, waarna de test is afgelopen. Mocht er echter na afloop onvoldoende zweet in de collector zitten, dan wordt de test herhaald op de andere onderarm. Als na 45 minuten het apparaat nog geen uitslag geeft, wordt de test gestopt en moet deze opnieuw worden gedaan. Als het mogelijk is, gebeurt dat direct en anders wordt een nieuwe afspraak gemaakt.
Als de dopjes verwijderd worden, hebben zich op de arm van uw kind twee rode vlekken gevormd. Deze vlekken trekken na een paar uur weg.
