De Tovertafel brengt patiënten in het Ommelander Ziekenhuis in beweging
Zeepbellen kapot prikken, blaadjes vegen, een strandbal wegtikken en muzieknoten aanraken om muziek te maken. Dit is een kleine greep uit de vele spellen die de Tovertafel in het Ommelander Ziekenhuis biedt. De Tovertafel zorgt ervoor dat patiënten op een leuke en effectieve manier gestimuleerd worden om te bewegen of te praten.
Op de tafel, de vloer of het blad van een rolstoel
De Tovertafel is een hulpmiddel dat vooral in de ouderenzorg wordt ingezet. Het is een kastje aan het plafond waarmee spellen geprojecteerd worden op de tafel, de vloer of het blad van een rolstoel. Els Helmers-Dillerop, Lotte Verheggen en Neeltje Snijder-de Vries werken in het Ommelander Ziekenhuis en gebruiken de Tovertafel ieder vanuit hun eigen vakgebied.
Een andere benadering
Op dit moment wordt de Tovertafel vooral gebruikt voor individuele therapie. In de toekomst willen Els, Lotte en Neeltje de tafel ook meer in groepsverband gebruiken. Els is geriatriefysiotherapeut: “De patiënten voor wie we de spellen nu voornamelijk inzetten, zijn oudere patiënten die even van hun kamer af willen en die we willen uitdagen om te bewegen. Soms zijn het ook patiënten die rolstoelgebonden zijn of een neurologische aandoening hebben. Denk bijvoorbeeld aan dementie.” De Tovertafel biedt heel veel mogelijkheden. Els: “Normaal zou je bijvoorbeeld tegen iemand in een rolstoel zeggen ‘probeer je knie maar te strekken’. Nu zeggen we ‘probeer de bal maar weg te schoppen’. Dat is een hele andere benadering.”
Het spelelement zorgt voor grotere motivatie om in actie te komen
De Tovertafel werd in oktober 2019 gedoneerd door de Stichting Vrienden Ommelander Ziekenhuis en Past Rotarians Eemsdelta. In 2021 zijn er met donaties van de Stichting Vrienden Ommelander Ziekenhuis extra spellen aangeschaft. Een half jaar nadat de Tovertafel in gebruik werd genomen kwam COVID-19 om de hoek kijken. Patiënten kwamen hierdoor minder op de gang. De ruimte waar de Tovertafel staat, was als extra teamkamer in gebruik vanwege de coronamaatregelen. Ergotherapeut Lotte is blij dat er steeds meer mogelijk is: “Een tijdje geleden heb ik een patiënt meegenomen die zijn linkerarm en -been niet meer goed kon bewegen. Bij een voetbalspel, geprojecteerd op de tafel, zag je dat hij gemotiveerd raakte om intensief zijn arm te gebruiken. Het spelelement motiveert veel meer. Het is sneller en successen worden groter gevierd. Je hoort bijvoorbeeld gejuich als er een punt wordt gescoord en patiënten geven minder snel op.”
De Tovertafel nodigt uit tot praten
De Tovertafel wordt niet alleen ingezet om beweging uit te lokken, maar ook communicatie. Neeltje is logopedist en zet de Tovertafel in voor patiënten in het ziekenhuis die taal- en/of spraakproblemen ervaren. “Er zijn bijvoorbeeld spellen waar je (spreek)woorden moet aanvullen, spellen waarbij je rijmpjes kunt maken, liedjes kunt zingen. Het systeem is heel interactief. Naast het spelelement, kom je vaak ook sneller met een patiënt in gesprek. Er is van alles te zien en te horen, dat nodigt uit om erover te praten.”
Voor ieder wat wils
Of je nu in een rolstoel zit of op leeftijd bent. Of je nu van voetbal houdt of van muziek: de Tovertafel biedt voor iedere patiënt een geschikt spel. Geriatriefysiotherapeut Els vertelt over een patiënt waar moeilijk contact mee te krijgen was: “Deze oudere dame was wat verward. We namen haar mee naar de Tovertafel en startten een spel. Na een tijdje zag je dat ze voorzichtig haar hand naar het spel bewoog. Wat blaadjes opvegen, een bal wegtikken.” Ook Lotte merkt dat patiënten veel aan de Tovertafel hebben: “Ik gebruik het bijvoorbeeld ook bij patiënten die weinig aandacht voor één kant van de ruimte hebben. Je kunt ervoor kiezen dat al het interessante aan de andere kant van hun blikveld plaatsvindt. Zo worden ze gestimuleerd zich te richten op de kant waar ze moeite mee hebben.” Niet alleen Els, Lotte en Neeltje zijn enthousiast over de Tovertafel. Neeltje: “Onze patiënten vinden de spellen over het algemeen heel leuk. Ze hebben even iets te doen en zijn van hun kamer af. Soms zie je dat een patiënt eigenlijk al heel moe is. Dan willen ze toch nog één keer een spel doen.”